rul-20200106-apa-000003

Aanleiding

X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen.

Feiten

X is een in Nederland gevestigde start-up onderneming. X houdt zich bezig met de ontwikkeling en commercialisering van de B-applicatie en aanverwante dienstverlening. De B-applicatie is door X voor eigen rekening en risico ontwikkeld. X is gerechtigd tot de opbrengsten behaald met de commercialisering van de B-applicatie en dienstverlening en draagt alle ondernemingskosten. X heeft vanwege zakelijke redenen besloten om de activiteiten gerelateerd aan de commercialisering en (door)ontwikkeling van de B-applicatie voort te zetten vanuit land C in de Europese Unie. Derhalve is entiteit Y opgericht, gevestigd in land C. De reorganisatie resulteert in een overdracht van de volgende elementen van X aan Y: (i) alle functies gerelateerd aan de (door)ontwikkeling van de B-applicatie, (ii) Front-End software van de B-applicatie, (iii) het recht om de bestaande B-applicatie voor eigen rekening en risico door te ontwikkelen, en (iv) het recht om de B-applicatie voor eigen rekening en risico te commercialiseren. Na de reorganisatie zal X zich enkel bezighouden met het verlenen van diensten aan derden, eventueel met behulp van de B-applicatie. Y zal zich voornamelijk bezighouden met de commercialisering en doorontwikkeling van de B-applicatie, inclusief het gerelateerde klantrelatiebeheer. De gevraagde zekerheid vooraf ziet op de zakelijke waarde voor de overdracht van de ondernemingsactiviteiten gerelateerd aan de B-applicatie door X aan Y.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Relevant is hierbij het Besluit van 19 juni 2019, nr. 2019/13003, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden van 31 december 2018, nr. DB 2018/216528. Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd door artikel 8b Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO-commentaar op artikel 9 van het OESO- modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s-lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. De OESO-richtlijnen geven een internationaal geaccepteerde invulling aan het arm’s- lengthbeginsel en worden daarom in het verrekenprijsbesluit van 11 mei 2018 (2018-6865) als een passende uitleg en verduidelijking van het in artikel 8b Wet Vpb omschreven beginsel gezien.

Overwegingen

1. X oefent in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus) en voorts worden de bedrijfseconomische operationele activiteiten voor rekening en risico van X uitgeoefend. Deze activiteiten passen bij de functie van het lichaam binnen het concern. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties, en evenmin heeft de gevraagde zekerheid vooraf betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met partijen die zijn gevestigd in Staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
2. De OESO-richtlijnen beschrijven een beperkt aantal methoden voor het bepalen van een arm’s-lengthprijs. Als deze aanwezig is, geeft de CUP methode de best mogelijke indicatie van de zakelijkheid van de gehanteerde prijzen. Voor de overdracht van de ondernemingsactiviteiten gerelateerd aan de B-applicatie is echter geen CUP aangetroffen.
3. De OESO-richtlijnen beschrijven in paragraaf 6.153 en 9.69 dat waarderingsmethoden, en in het bijzonder de discounted cash flow methode, gebruikt mogen worden om een arm’s-lengthprijs voor een overdracht van een immaterieel actief en doorlopende ondernemingsactiviteiten te bepalen. Bij deze methode wordt de waarde van de onderneming bepaald door het contant maken van toekomstige vrije kasstromen tegen een passende disconteringsvoet. Voor de overdracht van de ondernemingsactiviteiten gerelateerd aan de B-applicatie is de waarde in het economische verkeer bepaald op basis van deze methode.
4. De bij het verzoek gevoegde waarderingsstudie is beoordeeld en passend gevonden voor de bepaling van een arm’s-lengthprijs voor de overdracht van de ondernemingsactiviteiten gerelateerd aan de B-applicatie.

Conclusie

Partijen zijn overeengekomen dat de toepassing van de discounted cash flow methode heeft geleid tot een arm’s-lengthprijs voor de overdracht van de ondernemingsactiviteiten gerelateerd aan de B-applicatie. De waarde van de overgedragen ondernemingsactiviteiten gerelateerd aan de B-applicatie is vastgesteld op [€200.000 – €250.000]. Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst met een looptijd van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019.