rul-20190909-atr-000004

Aanleiding

X heeft een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de vraag of sprake is van inhoudingsplicht voor de Dividendbelasting.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X wordt gehouden door een vennootschap gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie die voor 100% in handen is van een natuurlijk persoon, woonachtig in een lidstaat van de Europese Unie. X treedt op als Houdstervennootschap en heeft geen personeel in dienst.

Rechtskader

X verzoekt om zekerheid vooraf over toepassing van de inhoudingsvrijstelling als bedoeld in artikel 4, tweede lid en verder van de Wet op de Dividendbelasting. Deze zekerheid vraagt men voor uitkeringen van X aan Y. Relevant is hierbij het besluit van 19 juni 2019 (nummer 2019/13003), waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter.

Overwegingen

X maakt geen deel uit van een concern dat in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uitoefent (de zogenoemde economische nexus) en bovendien oefent X zelf niet voor rekening en risico bedrijfseconomische operationele activiteiten in Nederland uit. X treedt uitsluitend op als Houdstervennootschap zonder personeel.

Conclusie

Onder verwijzing naar paragraaf 3 van het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 19 juni 2019, nr. 2019/13003 wordt het vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter slechts aangegaan als het verzoekende lichaam deel uitmaakt van een concern dat in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uitoefent (de zogenoemde economische nexus) en er bovendien voor rekening en risico van de verzoekende belanghebbende bedrijfseconomische operationele activiteiten worden uitgeoefend, waarvoor op concernniveau voldoende relevant personeel in Nederland aanwezig is. Hier wordt niet aan voldaan, zodat het verzoek om vooroverleg niet in behandeling wordt genomen.