rul-20190802-atr-000001

Aanleiding

X heeft een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de vraag of sprake is van inhoudingsplicht voor de Dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2019 tot en met 2022.

Feiten

X is een Coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal concern, actief in de industriële sector. X heeft 2 leden, waarbij het ene lid 99% van de lidmaatschapsrechten in X houdt en de functie van tophoudster van de groep uitoefent waarbij zij actief is in de aansturing van het geheel. Het andere lid (die voor 100% in handen is van de tophoudster) houdt 1% van de lidmaatschapsrechten in X uitsluitend als noodzakelijk aanwezig tweede lid in X. Beide leden zijn gevestigd in de Verenigde Arabische Emiraten. X treedt op dit moment op als houdster– en financieringslichaam voor de groep, maar de intentie is om de activiteiten van X uit te breiden naar een regionaal hoofdkantoor.

Rechtskader

Het verzoek van X om zekerheid vooraf dat inhouding van Dividendbelasting achterwege kan blijven ziet op artikel 4 lid 2 en verder van de Wet op de Dividendbelasting 1965. Relevant is hierbij tevens het ATR besluit van 19 juni 2019, nr. 2019/31003, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter.

Overwegingen

In paragraaf 3 van het Besluit van 19 juni 2019, nr. 2019/31003 is onder b. punt ii aangegeven dat geen vooroverleg wordt gevoerd ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter als de gevraagde zekerheid vooraf betrekking heeft op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in Staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (nr. DB 2018/216528). De Verenigde Arabische Emiraten wordt in deze Regeling genoemd als aangewezen staat. Derhalve wordt niet aan de voorwaarden voldaan en kan geen vooroverleg worden gevoerd. Een inhoudelijke analyse van het verzoek is achterwege gebleven aangezien niet aan de voorwaarden voor vooroverleg is voldaan.

Conclusie

Gelet op de overwegingen zal geen zekerheid worden gegeven. X heeft het verzoek om zekerheid vooraf ingetrokken.