rul-20240611-ibox-000001

Aanleiding

De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de Innovatiebox over de periode 2019 tot en met 2023, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2018.

Feiten

X is een industriële onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 16 miljoen – € 50 miljoen]. X heeft dochtermaatschappijen in het buitenland. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de per-activummethode. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X om toepassing van de Innovatiebox ziet op de artikelen 12b tot en met 12bg van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Voorts zijn het Innovatieboxbesluit 2021 en/of het besluit van 6 december 2018 (Stcrt. 2018, nr. 68661) inzake de toepassing van de Innovatiebox, hierna (gezamenlijk) te noemen “besluit Innovatiebox”, het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, paragraaf 3 van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) aan de orde.

Overwegingen

X heeft haar verzoek ingetrokken omdat zij vanwege het geringe belang geen vastlegging van de afspraak in een vaststellingsovereenkomst nodig acht. Het verzoek is ingetrokken voordat de voorwaarden uit het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter getoetst konden worden. Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.

Conclusie

Het verzoek is ingetrokken. De toepassing van de Innovatiebox zal in beginsel in het kader van het reguliere toezicht beoordeeld worden.