rul-20220111-ibox-000017

Aanleiding

De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de Innovatiebox over de periode 2017/2018 tot en met 2020/2021, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2016/2017. De aangiften Vennootschapsbelasting zijn ingediend tot en met 2019/2020.

Feiten

De fiscale eenheid X is een industriële onderneming met [151 – 300] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 51 miljoen – € 150 miljoen]. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschapen (met een (in)directe verbondenheid groter dan 25%) waarbij X zowel producten in- als verkoopt bij deze groepsmaatschappijen. De aandelen in X worden voor tenminste 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij. In het v erzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X om toepassing van de Innovatiebox ziet op de artikelen 12b tot en met 12bg van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Voorts zijn het besluit van 6 december 2018 (Stcrt. 2018, nr. 68661) inzake de toepassing van de Innovatiebox, het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, paragraaf 3 van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) aan de orde.

Overwegingen

X heeft uit bedrijfseconomische overwegingen besloten om het verzoek om vooroverleg in te trekken. De activiteiten van het concern waartoe X behoort worden geïntegreerd met een derde partij en gegeven deze ontwikkelingen heeft X het verzoek om zekerheid vooraf derhalve ingetrokken. X heeft aangegeven dat op een later tijdstip alsnog een nieuw verzoek om zekerheid vooraf voor de jaren 2020/2021 en verder ingediend zal worden. Zodoende is niet toegekomen aan de beoordeling of werd voldaan aan de voorwaarden uit het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Een verdere inhoudelijke analyse van het verzoek door de Belastingdienst is daarom achterwege gebleven.

Conclusie

Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het verzoek is ingetrokken. Er is geen zekerheid vooraf gegeven.