Aanleiding
De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de Innovatiebox over de periode 2016 tot en met 2020.
Feiten
X is een industriële onderneming met [76 – 150] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 16 miljoen – € 50 miljoen]. X heeft een aantal dochtermaatschappijen in het buitenland. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode. Het verzoek is ingetrokken.
Rechtskader
Het verzoek van X om toepassing van de Innovatiebox ziet op de art. 12b t/m 12bg van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb), alsmede op art 12b Wet Vpb, zoals dat artikel luidde op 31 december 2016. Voorts zijn het Besluit d.d. 6 december 2018 (Staatscourant 2018 nr. 68661 20 december 2018) inzake de toepassing van de Innovatiebox, het Besluit d.d. 19 juni 2019 (nr. 2019/13003), par. 3 van het Besluit d.d. 9 mei 2017 (nr. 2017-1209) en de Regeling d.d. 31 december 2018 (nr. DB 2018/216528, gewijzigd bij artikel VII van de Regeling van de Staatssecretaris van 18 december 2019, nr. 2019-0000199975, Staatscourant 2019, 69810) aan de orde.
Overwegingen
Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken door een wijziging in de economische vooruitzichten van X. X heeft hierop het verzoek om vooroverleg ingetrokken. Zodoende is niet toegekomen aan de beoordeling of werd voldaan aan de voorwaarden uit het besluit d.d. 19 juni
2019. Een verdere inhoudelijke analyse van het verzoek door de Belastingdienst is daarom achterwege gebleven.
Conclusie
Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het verzoek is ingetrokken. Er is geen zekerheid vooraf gegeven.