rul-20201006-ibox-000013

Aanleiding

X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de Innovatiebox over de periode 2017 tot en met 2022.

Feiten

X is een industriële onderneming met [300-500] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 51 miljoen – € 150 miljoen]. X heeft één of meerdere dochtermaatschappijen in het buitenland. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de per activum methode.

Rechtskader

Het verzoek van X om toepassing van de Innovatiebox ziet op de art. 12b t/m 12bg van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Voorts zijn het Besluit d.d. 6 december 2018 (Staatscourant 2018 nr. 68661 20 december 2018) inzake de toepassing van de Innovatiebox, het Besluit d.d. 19 juni 2019 (nr. 2019/13003), par. 3 van het Besluit d.d. 9 mei 2017 (nr. 2017-1209) en de Regeling d.d. 31 december 2018 (nr. DB 2018/216528, gewijzigd bij artikel VII van de Regeling van de Staatssecretaris van 18 december 2019, nr. 2019-0000199975, Staatscourant 2019, 69810) aan de orde.

Overwegingen

Ondanks herhaaldelijke verzoeken heeft X niet de benodigde informatie verstrekt om het verzoek te kunnen afronden. Door het gebrek aan deze relevante informatie is voorts niet toegekomen aan de beoordeling of werd voldaan aan de voorwaarden uit het besluit d.d. 19 juni
2019. Het verzoek is derhalve buiten behandeling gesteld.

Conclusie

Het verzoek is wegens gebrek aan informatie buiten behandeling gesteld. Er is geen zekerheid vooraf gegeven.