Aanleiding
De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de Innovatiebox over de periode 2018 tot en met 2022, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2017.
Feiten
X is een industriële onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 6 miljoen – € 15 miljoen]. De moedermaatschappij van X is gevestigd in het buitenland. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.
Rechtskader
Het verzoek van X om toepassing van de Innovatiebox ziet op de art. 12b t/m 12bg van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Voorts zijn het Besluit d.d. 6 december 2018 (Staatscourant 2018 nr. 68661 20 december 2018) inzake de toepassing van de Innovatiebox, het Besluit d.d. 19 juni 2019 (nr. 2019/13003), par. 3 van het Besluit d.d. 9 mei 2017 (nr. 2017-1209) en de Regeling d.d. 31 december 2018 (nr. DB 2018/216528, gewijzigd bij artikel VII van de Regeling van de Staatssecretaris van 18 december 2019, nr. 2019-0000199975, Staatscourant 2019, 69810) aan de orde.
Overwegingen
Ondanks herhaaldelijke verzoeken heeft X niet de benodigde informatie verstrekt om het verzoek te kunnen afronden. Door het gebrek aan deze relevante informatie is voorts niet toegekomen aan de beoordeling of werd voldaan aan de voorwaarden uit het besluit d.d. 19 juni
2019. Het verzoek is derhalve buiten behandeling gesteld.
Conclusie
Het verzoek is wegens gebrek aan informatie buiten behandeling gesteld. Er is geen zekerheid vooraf gegeven.