2 november 2023 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten
Deze week zijn er 6 nieuwe samenvattingen van rulings gepubliceerd. Het betreft 3 advance tax rulings, 0 advance pricing agreements, 3 innovatiebox rulings, en 0 overige rulings.

Deze week 6 nieuwe rulings. Niet interessants. Drie ATRs over de buitenlandse belastingplicht ten aanzien van belangen in beleggende CVs. Dank voor het lezen!

Advance Tax Rulings

#1

 

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een commanditaire vennootschap en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

 

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [26 - 75] werknemers.

 

Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking.

 

Het concern is actief in de dienstverlenende sector.

 

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. De investeringen in de portfoliovennootschappen zal X aanhouden via Z, een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid, opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

 

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

 

Open de ruling.

#2

 

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de kwalificatie van een commanditaire vennootschap en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

 

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot. Y is een naar Nederlands recht opgerichte en in Nederland gevestigde vennootschap. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. De groep is actief in de dienstverlenende sector.

 

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader
verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. De activiteiten worden uitgeoefend door [11 - 25] werknemers in Nederland. De investeringen in de portfoliovennootschappen houdt X via een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

 

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

 

Open de ruling.

#3

 

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de kwalificatie van een commanditaire vennootschap en de buitenlandse belastingplicht. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

 

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot, een naar Nederlands recht opgerichte en in Nederland gevestigde vennootschap. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. De activiteiten worden uitgeoefend door [1-10] werknemers in Nederland. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. De groep is actief in de dienstverlenende sector.

 

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. De investeringen in de portfoliovennootschappen houdt X via een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

 

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

 

Open de ruling.

Innovatiebox

#4

 

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor de uitgroei van de afspraakover de toepassing van de innovatiebox over de periode 2019 tot en met 2022, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2018. De aangiften vennootschapsbelasting zijn ingediend tot en met het jaar 2020.

 

Feiten: X is een dienstverlenende onderneming met [26 - 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 6 miljoen - € 15 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen software waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.

 

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen. Daarnaast heeft X R&D-werkzaamheden uitbesteed aan een gelieerde vennootschap. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.

 

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2019 tot en met 2021 gemiddeld [1.000 – 5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. De gerealiseerde S&O-uren vertonen in 2019 en verdere jaren een sterk dalende lijn, tot nihil in 2022.

 

Bij de S&O-activiteiten zijn over diezelfde periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over de periode 2019 tot en met 2021 gemiddeld jaarlijks [€ 1,1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [> 15 %] van de omzet.

 

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

 

Open de ruling.

#5

 

Aanleiding: De fiscale eenheid X (en na een herstructurering per 1 januari 2023 en voeging van X in de fiscale eenheid Z, hierna gezamenlijk aan te duiden als X) heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2021 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2021, welke per 1 januari 2021 is vervallen als gevolg van een wezenlijke verandering in het feitencomplex. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

 

Feiten: X is een industriële onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met (met ingang van 2021) een gemiddelde jaarlijkse omzet van [€ 51 miljoen - € 150 miljoen]. Deze omzet wordt grotendeels behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.

 

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde
dochtermaatschappijen, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen.

 

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van de activiteiten productie en service/aftersales heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Sales, Operations, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2018 tot en met 2022 gemiddeld [10.000 – 20.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over diezelfde periode gemiddeld [11 – 20] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over de periode 2019 tot en met 2022 gemiddeld jaarlijks [€ 1,1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [< 5%] van de omzet.

 

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere verleende patenten.

 

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om ongewijzigde toepassing van de afpelmethode, aangezien feiten en omstandigheden niet wezenlijk zijn gewijzigd ten opzichte van de voorafgaande vaststellingsovereenkomst, met uitzondering van het gegeven dat X met ingang van 2021 niet langer kwalificeert als een kleinere belastingplichtige als bedoeld in artikel 12ba, tweede lid, van de Wet Vpb.

 

Open de ruling.

#6

 

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2017 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2018, welke is vervallen als gevolg van een wetswijziging per 1 januari 2017. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

 

Feiten: X is een industriële onderneming met [151 – 300] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 51 miljoen - € 150 miljoen]. Deze omzet wordt nagenoeg uitsluitend behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. Een gering deel van de omzet wordt behaald met verkoopactiviteiten voor buitenlandse groepsmaatschappijen, opbrengsten uit niet met S&O-activiteiten voortgebrachte immateriële activa en routinematige productieactiviteiten (contract manufacturing), die door X worden uitgevoerd voor groepsmaatschappijen en derden. X behaalt omzet met transacties met een entiteit in een laagbelastende jurisdictie, maar dat is minder dan 30% van de omzet waar het verzoek om vooroverleg op ziet.

 

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.

 

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa en heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence, Productie en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2022 gemiddeld [5.000 – 10.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken.

 

Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [< 5%] van de omzet.

 

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot een verleend patent. Er is thans ook een patent in aanvraag. Het verleende patent en het patent in aanvraag zien in hoofdzaak op producttechnologie.

 

X is voor haar specifieke marktgebied een van de marktleiders. Het succes laat zich ook afmeten aan een structureel hoge winstgevendheid van de onderneming.

 

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

 

Open de ruling.

Heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen en wil je deze in het vervolg zelf direct ontvangen? Of wil je ook de nieuwsbrief met nieuwe kennisgroepstandpunten ontvangen? Abonneer via onderstaande knop!

Abonneer!
Uitschrijven   |   Beheer je abonnement


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.