19 september 2023 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten

Deze week 1 nieuw kennisgroepstandpunt. Fijn, want de meesten van ons zullen nog het een en ander aan ander leeswerk hebben. Het standpunt betreft ongehuwde fiscaal partners die niet langer op hetzelfde adres zijn ingeschreven, omdat één van hen wordt opgenomen in een verzorgingshuis. Het standpunt gaat in de kern over de definitie van de term 'verzorgingshuis':

Aangezien de objectief controleerbare criteria hun weg naar de wettekst niet hebben gevonden, mag worden aangenomen dat de wetgever bewust heeft gekozen voor een open norm ten aanzien van de begrippen verpleeghuis en verzorgingshuis. Wel blijkt uit de parlementaire geschiedenis dat iemand thuis niet meer zelfstandig moet kunnen wonen. Verder kan uit de begrippen worden afgeleid dat er sprake moet zijn van een professionele instelling. Indien iemand bij familie of vrienden verblijft, kan niet worden gesteld dat er sprake is van opvang in een verpleeghuis of verzorgingshuis. Zelfs als in deze situatie de noodzakelijke zorg geboden wordt, vindt de opvang plaats in de privésfeer.

Dank voor het lezen!

Inkomstenbelasting niet-winst

#1

Aanleiding: Bij belastingplichtige is de ziekte van Parkinson vastgesteld. Op een gegeven moment is haar gezondheid zodanig verslechterd dat ze niet langer thuis kan wonen. Ze krijgt een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg (hierna: Wlz) waarin staat dat ze aanspraak kan maken op zorg in de vorm van ‘wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging’ en gaat wonen in een woonvorm voor lichamelijk gehandicapten. Het betreft een professionele instelling met 24-uurs begeleiding. Belastingplichtige schrijft zich in op dit woonadres in de Basisregistratie personen (hierna: BRP).

Totdat belastingplichtige vertrok naar de woonvorm woonde ze samen met haar fiscaal partner. Zij waren niet gehuwd. Het fiscaal partnerschap was gebaseerd op de inschrijving op hetzelfde woonadres in de BRP en het voldoen aan één van de criteria genoemd in artikel 5a, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) of artikel 1.2, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001).

Vraag:

Kan de woonvorm voor lichamelijk gehandicapten worden aangemerkt als een verpleeghuis of verzorgingshuis in de zin van artikel 5a, zevende lid, AWR of artikel 1.2, vijfde lid, Wet IB 2001?

Antwoorden:

Ja. De partner van belastingplichtige heeft meer (medische) zorg nodig dan haar thuis kan worden geboden. De woonvorm is een professionele instelling en biedt haar deze noodzakelijke (medische) zorg. Daarmee wordt voldaan aan de voorwaarde van artikel 5a, zevende lid, AWR of artikel 1.2, vijfde lid, Wet IB 2001.

Lees het kennisgroepstandpunt.

Heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen en wil je deze in het vervolg zelf direct ontvangen? Of wil je ook de nieuwsbrief met nieuwe rulings ontvangen? Abonneer via onderstaande knop!

Abonneer!
Uitschrijven   |   Beheer je abonnement


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.