1 juni 2023 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten
Deze week zijn er 21 nieuwe samenvattingen van rulings gepubliceerd. Het betreft 12 advance tax rulings, 4 advance pricing agreements, 4 innovatiebox rulings, en 1 overige ruling.

Deze week 21 nieuwe rulings. Deze keer geen nadere toelichting, maar op het eerste oog lijkt er een aantal interessante rulings tussen te zitten over dividendbelasting en conditionele bronbelasting. 

Advance Tax Ruling

#1

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2021 tot en met 2025.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de handelssector. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door [11-25] werknemers.

X houdt het belang in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft (verdragsland A). X stuurt Y aan. Y is een houdstervennootschap en heeft als enige bezitting het volledige aandelenbelang in Z1, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft (verdragsland B).

Z1 heeft op haar balans (groeps)vorderingen, liquide middelen, en het belang in Z2, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft (verdragsland C) staan. Z2 verricht operationele activiteiten die in het verlengde liggen van de activiteiten van het concern. Z2 heeft eveneens een bedrag aan liquide middelen op de balans staan.

Open de ruling.

#2

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de deelnemingsvrijstelling voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. De aandelen in X zijn in handen van één aandeelhouder, een natuurlijk persoon woonachtig in Nederland.

X houdt aandelen in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land buiten de Europese Unie. Y houdt onder andere de aandelen in een Nederlandse vennootschap. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend. Het concern is actief in de dienstverlenende sector. De activiteiten worden uitgeoefend door [76 - 150] werknemers in Nederland.

X heeft de aandelen in Y vervreemd aan een niet-gelieerde partij. De prijs waarvoor de aandelen in Y zijn vervreemd bestaat ten dele uit een recht op een of meerdere termijnen waarvan het aantal of de omvang op het moment van vervreemding nog niet vaststaat.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#3

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de deelnemingsvrijstelling voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. De aandelen in X zijn in handen van één aandeelhouder, een natuurlijk persoon woonachtig in Nederland.

X houdt aandelen in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land buiten de Europese Unie. Y houdt aandelen in een andere Nederlandse vennootschap. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend. Het concern is actief in de dienstverlenende sector.

De activiteiten worden uitgeoefend door [76 - 150] werknemers in Nederland.

X heeft de aandelen in Y vervreemd aan een niet-gelieerde partij. De prijs waarvoor de aandelen in Y zijn vervreemd bestaat ten dele uit een recht op een of meerdere termijnen waarvan het aantal of de omvang op het moment van vervreemding nog niet vaststaat.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#4

Aanleiding: Er is verzocht om te bevestigen dat een fusie van deelnemingen niet resulteert in een hogere fiscale waardering van de overgebleven deelneming ten opzichte van de fiscale waardering van de door de fusie verdwijnende deelneming. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern dat actief is in de dienst­ verlenende sector. Het hoofdkantoor van het concern is in Nederland gevestigd. Het concern heeft [>1.000] werknemers in Nederland.

X houdt meer dan 5% van de aandelen in Y en Z, beide vennootschappen zijn opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie (EU). Y en Z fuseren waardoor Y ophoudt te bestaan.

Open de ruling.

#5

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de kwalificatie van twee buitenlandse hybride rechtsvormen naar Nederlandse maatstaven en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie (EU), dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland worden door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door [1-10] werknemers.

Y en Z, samenwerkingsverbanden opgericht naar het recht van een land buiten de EU (verdragsland A), houden lidmaatschapsrechten in X. De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigdheid van de commanditaire vennoten in Y is onderworpen aan de toestemming van de beheerder, maar niet aan die van de andere participanten. De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigdheid van de commanditaire vennoten in Z is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel de commanditaire als beherende vennoten.

W, een samenwerkingsverband opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in verdragsland A, houdt alle aandelen van de beheerder van Y en Z. W kwalificeert voor de toepassing van de Nederlandse belastingwet als niet-transparant.

Er zijn geen in het buitenland wonende natuurlijke personen met een (in)direct belang van 5% of meer in X.

Open de ruling.

#6

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van belastingplicht voor de conditionele bronbelasting op dividenden. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie (EU), welke actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland maakt het concern al langer gebruik van een houdster- en financieringsplatform voor diverse door haar bestuurdeinvesteringsfondsen. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en ervaring om de investeringen actief te managen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. De activiteiten worden uitgeoefend door [26-75] werknemers in Nederland.

De lidmaatschapsrechten in X worden gehouden door Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een staat buiten de EU waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten (verdragsland A). Verdragsland A is geen laagbelastende jurisdictie. In verdragsland A is Y onderworpen aan een winstbelasting. Y heeft geen vaste inrichting in een laagbelastende jurisdictie waaraan voordelen kunnen worden toegerekend.
De activiteiten die Y specifiek verricht ten behoeve van het belang in X worden uitgeoefend door [11-25] werknemers in verdragsland A. Y wordt indirect gehouden door een buitenlands samenwerkingsverband dat voor de toepassing van de Nederlandse belastingwet kwalificeert als niet-transparant en voor de achterliggende participanten als transparant.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Open de ruling.

#7

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf ten aanzien van de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met het boekjaar 2022.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een Nederlands concern met een hoofdkantoor in Nederland, welke actief is in de industriële sector. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door [> 1.000] werknemers.

Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X, heeft professionele kennis en ervaring en is verantwoordelijk voor strategische beslissingen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

De lidmaatschapsrechten in X worden bijna geheel gehouden door Y, een buitenlands samenwerkingsverband opgericht naar het recht van een staat binnen de Europese Unie (EU).
Y kwalificeert als niet-transparant naar Nederlandse fiscale maatstaven. Z1, een vennootschap eveneens opgericht naar het recht van een staat binnen de EU, houdt een minimaal belang in X.

Naast het belang dat Z1 houdt in X, houdt zij ook een belang in Y. Daarnaast houden Z2 en Z3, vennootschappen opgericht naar het recht van en gevestigd in een staat binnen de EU, een belang in Y. Z1, Z2 en Z3 zijn gelieerde lichamen. Z2 en Z3 houden geen rechtstreeks belang in X.

Er zijn geen in het buitenland wonende natuurlijke personen met een (in)direct belang van 5% of meer in X.

Open de ruling.

#8

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de toepassing van de hybridemismatchmaatregelen. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2021 tot en met 2025.

Feiten: X is een samenwerkingsverband - vergelijkbaar met een Nederlandse commanditaire vennootschap - die is opgericht naar het recht van een lidstaat binnen de Europese Unie (hierna: staat A). X is een projectvennootschap en houdt vastgoed in Nederland voor de verhuur, hetgeen in Nederland leidt tot een vaste inrichting. X behoort tot een internationaal opererend concern in de dienstverlenende sector. Er zijn in Nederland geen werknemers in dienst.

Op grond van de fiscale regels van staat A wordt X aangemerkt als een transparant lichaam. Voor Nederlandse fiscale maatstaven wordt X aangemerkt als een niet-transparant lichaam en derhalve is X een hybride entiteit.

Het belang in X wordt gehouden door één aandeelhouder, Z, een samenwerkingsverband opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in staat A. Z maakt gebruik van een bijzonder regime in staat A, waardoor zij is vrijgesteld van heffing voor de vennootschapsbelasting in staat A. De aandeelhouders van Z zijn vrijgestelde en niet-vrijgestelde beleggers.

Z heeft leningen verstrekt aan X. Deze leningen worden zowel in Nederland als in staat A als vreemd vermogen aangemerkt voor commerciële en fiscale doeleinden. X verricht rentebetalingen aan Z. Deze rentebetalingen worden in aanmerking genomen in Nederland.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#9

Aanleiding: Er is verzocht om te bevestigen dat er geen sprake is van belastbare inkomsten in Nederland of Nederlandse bronnen van inkomen. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2021 tot en met 2025.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. Vrijwel meteen na oprichting is de feitelijke leiding van X verplaatst naar een land buiten de Europese Unie, een land waarmee Nederland een verdrag is overeengekomen (verdragsland A). In een onderling overlegprocedure (MAP-tiebreaker) met verdragsland A is overeengekomen dat X voor toepassing van het betreffende verdrag in verdragsland A is gevestigd. X oefent, behoudens de verplichte jaarlijkse vergadering van aandeelhouders, geen activiteiten uit in Nederland en bezit ook geen onroerend goed in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern dat actief is in de handelssector.

Open de ruling.

#10

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de deelnemings- vrijstelling en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting en de inhoudings- vrijstelling voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met het boekjaar 2022.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern met een hoofdkantoor in Nederland dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door [> 1.000] werknemers.

X houdt, via een met haar gevoegde dochtermaatschappij, onder andere alle aandelen in A. A houdt op haar beurt alle aandelen in B. A en B zijn beide opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een staat van de Europese Unie (EU). B houdt op haar beurt alle aandelen in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd.

Y houdt alle aandelen in C. C houdt op haar beurt alle aandelen in D (en haar (in)directe deelnemingen). C, D en haar (in)directe deelnemingen zijn vennootschappen opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een staat buiten de EU.

B verstrekt financieringen binnen het concern. Deze groepsvorderingen kwalificeren niet als laagbelaste vrije beleggingen. D en haar (in)directe deelnemingen drijven een materiële onderneming. De activiteiten van deze vennootschappen zijn in lijn met de werkzaamheden van de groep in haar geheel.

Er zijn geen in het buitenland wonende natuurlijke personen met een (in)direct belang van 5% of meer in X.

Open de ruling.

#11

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met het boekjaar 2023.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie, welke actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland maakt het concern al

langer gebruik van een houdster- en financieringsplatform voor diverse door haar bestuurde investeringsfondsen. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X. De activiteiten worden uitgeoefend door [26-75] werknemers in Nederland.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en ervaring om de investeringen actief te managen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Open de ruling.

#12

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de inhoudingsvrijstelling. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2021 tot en met 2025.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland.

X behoort tot een internationaal opererend concern in de industriële sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen. De activiteiten worden uitgeoefend door
[1 - 10] werknemers in Nederland.

De aandelen van X worden gehouden door Y, een vennootschap feitelijk gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie (EU). Y drijft een materiële onderneming en is actief in de aansturing van het concern.

Open de ruling.

Advance Pricing Agreements

#13

Aanleiding: X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2022 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2021.

Feiten: X is gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van een multinationaal concern waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in Europa (land A). Het concern houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en distributie van bepaalde producten. Y verricht samen met Z, beide gevestigd in land A, de belangrijkste kernfuncties van de groep zoals onderzoek en ontwikkeling, sales en marketing, waaronder global account management, en gerelateerde diensten aan klanten.

Y draagt de belangrijkste ondernemersrisico’s en functioneert als de principaal binnen de groep. Z is de eigenaar van alle immateriële activa van de groep, beheert alle onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten en draagt alle daaraan gerelateerde kosten en risico’s.

Y heeft productie-, distributie- en dienstverleningscontracten gesloten met X. X produceert producten ten behoeve van Y (“contract manufacturing”), verkoopt producten ten behoeve van Y in het door Y aangewezen territorium en verleent op contractbasis diensten ten behoeve van Y en Z. X is geen eigenaar van waardevolle activa en loopt bij het uitvoeren van haar activiteiten slechts beperkte risico’s.

De gevraagde zekerheid vooraf ziet op de volgende transacties tussen enerzijds X en anderzijds Y en Z:
– Productieactiviteiten door X ten behoeve van Y;
– Verkoopactiviteiten (distributie) door X ten behoeve van Y;

– Verkoopondersteuningsactiviteiten door X ten behoeve van Y; – IT-ondersteuningsdiensten door X ten behoeve van Y;
– Ondersteunende diensten door X ten behoeve van Y;
– IT-ontwikkelingsdiensten door X ten behoeve van Z; en

– Onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten door X ten behoeve van Z.

Open de ruling.

#14

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2016 tot en met 2021.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in de Europese Unie (EU) en houdt zich bezig met dienstverlening en handel in bepaalde producten. X heeft een vaste inrichting in Nederland die voor de handelsactiviteiten van X in de Nederlandse markt routinematige diensten verleent op het gebied van verkoopondersteuning en logistiek. De vaste inrichting voert haar activiteiten uit onder aansturing en regie van het hoofdhuis. De vaste inrichting loopt bij het uitvoeren van haar activiteiten beperkte risico’s. De gevraagde zekerheid vooraf ziet op de routinematige diensten op het gebied van verkoopondersteuning en logistiek die de vaste inrichting verleent voor de handelsactiviteiten van X in de Nederlandse markt.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#15

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een in Nederland gevestigde vennootschap en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Y-groep. Y is gevestigd in de Europese Unie (EU) en maakt ook onderdeel uit van de Y-groep. Tussen X en Y vinden goederenleveringen plaats. De gevraagde zekerheid vooraf heeft betrekking op de arm’s-lengthbeloning voor de levering van goederen tussen X en Y.

Open de ruling.

#16

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2020 tot en met 2024.

Feiten: X is een in Nederland gevestigde vennootschap en hoofdkantoor van de Z-groep. De Z-groep is een internationaal opererende groep in de handelssector. Onderdeel van de Z-groep is de in de Europese Unie gevestigde dochtermaatschappij Y. Y verricht logistieke- en distributieactiviteiten ten behoeve van X.

De gevraagde zekerheid vooraf heeft betrekking op de arm’s-lengthbeloning voor de logistieke- en distributieactiviteiten verricht door Y voor X. Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

Innovatiebox

#17

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2018 tot en met 2025. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2020.

Feiten: X is een industriële onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 6 miljoen - € 15 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. Een klein gedeelte van de omzet wordt behaald met dienstverleningsactiviteiten waarbij de eigen technologie geen rol van betekenis speelt.

X is met haar producten marktleider in Nederland.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochter- maatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van
een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X in hun thuismarkt verkopen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot routinematige sales activiteiten en stafdiensten) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D- afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2019 tot en met 2021 gemiddeld [<5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld

[1 – 5] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [<€ 0,5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [<5%] van de omzet.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#18

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2020 tot en met 2024. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

Feiten: X is een industriële onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 16 miljoen - € 50 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. Een klein gedeelte van de omzet wordt behaald met handelsactiviteiten waarbij producten van derden worden ingekocht en verkocht.

X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X binnen Europa verkopen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot productie) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Operations, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2018 tot en met 2020 gemiddeld [<5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar.
Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 0,5 miljoen - € 1 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [<5%] van de omzet.

Het succes van X laat zich afmeten aan een structureel hoge winstgevendheid van de onderneming.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#19

Aanleiding: X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2022 tot en met 2026, aansluitend op een afspraak over de jaren 2018 tot en met 2021.

Feiten: X is een industriële onderneming met [26-75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 16 miljoen - € 50 miljoen]. Deze omzet wordt deels behaald met eigen producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. Een gedeelte van de behaalde omzet betreft zuivere handelsactiviteiten en heeft geen relatie met de zelf ontwikkelde technologie.

X heeft transacties met een buitenlandse groepsvennootschap (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X in haar markt verkoopt.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Productie, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2016 tot en met 2021 gemiddeld [<5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar.

Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [11 – 20] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 0,6 miljoen – € 1 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [<5%] van de omzet. In het verleden zijn aan X enkele patenten verleend.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#20

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox vanaf de overnamedatum in 2022 tot en met 31 december 2023. Aanleiding betreft de overname en voeging van dochtermaatschappij Y in de fiscale eenheid van X.

Voorafgaand aan de overname heeft in 2021 tussen Y en de Belastingdienst vooroverleg plaatsgevonden over de toepassing van de innovatiebox, hetgeen heeft geresulteerd in een vaststellingsovereenkomst. Door de overname in 2022 is deze overeenkomst komen te vervallen.

Feiten: X is een industriële onderneming met [>1.000] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 501 miljoen - € 1.000 miljoen]. Deze omzet wordt voornamelijk behaald met de verkoop van zelf geproduceerde en gepatenteerde machines, waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochter- maatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden.

X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen.

Y is exclusief economisch eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Het juridische eigendom is in handen van groepsmaatschappij Z die geen onderdeel uitmaakt van de fiscale eenheid X. Door middel van een exclusieve licentie is vastgelegd dat Z – als licentiegever – enkel het juridisch eigendom van het zelf voortgebrachte immateriële vaste activa heeft, terwijl Y – als licentienemer – de exclusieve economisch eigenaar en gebruiker van de door

haar zelf voortgebrachte immateriële activa is en blijft.

Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot inkoop, handling, magazijn en assemblage) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies engineering, verkoop en R&D. In dat kader beschikt Y over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2020 tot en met 2022 gemiddeld [5.000-10.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5-10] R&D- medewerkers betrokken. Daarnaast heeft Y over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks

[€ 500.000 - € 1.000.000] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [11% - 15%] van de omzet.

Y beschikt middels haar exclusieve licentie over meerdere patenten die zien op producttechnologie.

Door voortdurende innovatie is X in haar branche een belangrijke speler geworden in de markt voor machinebouw.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

Overige rulings

#21

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend door X voor het verkrijgen van zekerheid vooraf dat Nederland beperkt wordt in haar heffingsrecht ten aanzien van dividenden na een herstructurering.

Feiten: X is opgericht naar Nederlands recht en onderdeel van een concern dat wereldwijd actief is in de zakelijke dienstverlening met operationele activiteiten binnen en buiten Nederland, waaronder in staat Y. X was de tophoudster van het concern en gevestigd in Nederland.

Een aantal jaar geleden is de feitelijke leiding van X verplaatst naar staat Y, een land dat geen lidstaat is van de Europese Unie. Conform het belastingverdrag tussen Nederland en staat Y
is hier een onderling overlegprocedure over gevoerd (MAP-tiebreaker) met als uitkomst dat X inwoner is van staat Y. Op het moment van de verplaatsing werden de aandelen in X gehouden door diverse partijen. Een zeer beperkt deel van deze aandeelhouders waren natuurlijke personen woonachtig in Nederland.

Hierna heeft een herstructurering plaatsgevonden van de groepsstructuur boven X. Als gevolg hiervan houden alle aandeelhouders geen direct belang meer in X maar een indirect belang via een vennootschap gevestigd in staat Y, Z. Z wordt op haar beurt gehouden door een vennootschap gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie. Z zal naar de toekomst functioneren als hoofdkantoor van het concern.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

Uitschrijven   |   Beheer je abonnement


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.