Aanleiding:
De casus is als volg:
- A BV houdt alle aandelen in B BV.
- A BV en B BV vormen een fiscale eenheid.
- De fiscale eenheid A BV heeft in 2018 een verlies van € 60.000 geleden, geheel afkomstig van A BV.
- B BV heeft in 2019 een kwijtscheldingswinst van € 100.000. Er zijn in dat jaar geen overige resultaten.
- Stand alone – zie artikel 15ac, tweede lid, eerste volzin, Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb 1969) – zou de kwijtscheldingswinstvrijstelling van artikel 3.13, eerste lid, onderdeel a, Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) van toepassing zijn geweest op de gehele kwijtscheldingswinst, maar gezien de verliezen van de fiscale eenheid over 2018 kan in 2019 maar voor € 40.000 een beroep worden gedaan op de kwijtscheldingswinstvrijstelling.
- In 2020 behaalt A BV een kwijtscheldingswinst van € 50.000. A BV heeft in dat jaar geen overige resultaten.
- Stand alone zou geen kwijtscheldingswinstvrijstelling kunnen worden toegepast, omdat A BV enkelvoudig over 2018 een verlies heeft geleden van € 50.000 of meer. Dat verlies zou, als A BV geen onderdeel was geweest van de fiscale eenheid, niet zijn verrekend met het stand alone resultaat van A BV over 2019 (nihil).
- De verliezen van A BV over 2018 zijn in 2019 de facto echter wel verrekend met de kwijtscheldingswinst van B BV.
- Bij onverkorte toepassing van artikel 15ac, tweede lid, eerste volzin, Wet Vpb 1969 juncto artikel 3.13, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001 wordt dus twee keer rekening gehouden met hetzelfde verlies, eenmaal ter zake van de kwijtscheldingswinst van B BV in 2019 en eenmaal ter zake van de kwijtscheldingswinst van A BV in 2020.
Vraag: Kan een en hetzelfde verlies ertoe leiden dat artikel 15ac, tweede lid, eerste volzin, Wet Vpb 1969 in meerdere jaren in de weg staat aan toepassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling van artikel 3.13, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001, ondanks dat geen sprake is van misbruik?
Antwoord: Ja, artikel 15ac, tweede lid, eerste volzin, Wet Vpb 1969 kan ook van toepassing zijn – en daarmee in de weg staan aan toepassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling van artikel 3.13, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001 – als een verlies de kwijtscheldingswinstvrijstelling al eerder heeft beperkt. Dat geen sprake is van misbruik doet hier niet aan af. Artikel 15ac, tweede lid, eerste volzin, Wet Vpb 1969 kan noch op grond van de tekst noch op grond van doel en strekking worden beschouwd als een antimisbruikbepaling.
Lees het kennisgroepstandpunt.