4 juni 2024 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten

Deze week 4 nieuwe kennisgroepstandpunten.

Kennisgroepstandpunt #1 en #2 betreffen 'weerszijde' in box 3 van een schenking vrij van recht. De schenker neemt een schuld op. De begunstigde neemt een vordering op voor het bedrag van de verschuldigde schenkbelasting. Daarnaast mag de begunstigde de verschuldigde schenkbelasting in mindering brengen op zijn banktegoeden. Kennisgroepstandpunt #3 gaat over het herzien van een verdeling van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en grondslag voor sparen en beleggen, nadat bij één van hen een definitieve aanslag is opgelegd.

Dank voor het lezen!

Inkomstenbelasting niet-winst

#1

Aanleiding: Een ouder (hierna: schenker) doet een schenking aan zijn drie kinderen (hierna: begiftigden). In de notariële schenkingsakte is onder meer bepaald dat de (eventueel) verschuldigde schenkbelasting ter zake van de schenking voor rekening van de schenker komt. Dit wordt ook wel aangeduid als een ‘schenking vrij van recht’.

Vraag: Kan de verplichting van de schenker om de schenkbelasting voor zijn rekening te nemen bij de schenker in box 3 in aanmerking worden genomen?

Antwoord: Ja, de verplichting van de schenker vloeit voort uit de schenkingsovereenkomst en niet rechtstreeks uit de Successiewet 1956. De uitzondering van artikel 5.3, derde lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) is hierop niet van toepassing.

Lees het kennisgroepstandpunt.

#2

Aanleiding: Belastingplichtige (de begiftigde) ontvangt in 2023 een schenking waarbij de schenker de schenkbelasting voor zijn rekening neemt. Dit wordt ook wel aangeduid als een ‘schenking vrij van recht’. Belastingplichtige geeft deze schenking in oktober 2023 aan middels een aangifte schenkbelasting. Op 1 januari 2024 is er nog geen (voorlopige) aanslag schenkbelasting opgelegd.

Vraag: Hoe wordt in geval van een schenking vrij van recht de schenkbelasting in aanmerking genomen in box 3 wanneer op de peildatum nog geen aanslag schenkbelasting is opgelegd?

Antwoord: De schenker neemt het bedrag aan nog verschuldigde schenkbelasting in zijn aangifte inkomstenbelasting op als een schuld in de rendementsgrondslag van box 3. De begiftigde geeft de corresponderende vordering aan als overige bezitting in box 3. Daarnaast mag de begiftigde op grond van goedkeurend beleid de verschuldigde schenkbelasting in mindering brengen op zijn banktegoeden.

Lees het kennisgroepstandpunt.

#3

Aanleiding: X en Y zijn fiscaal partner. X en Y delen voor de aangifte inkomstenbelasting over 2022 de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen volledig toe aan X en een klein deel van de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen aan Y. Omdat Y op basis van deze toedeling geen belasting is verschuldigd, doet Y geen aangifte en X alleen voor zichzelf. Y is niet uitgenodigd tot het doen van een aangifte en aan Y wordt ook geen aanslag opgelegd. Op basis van de aangifte van X wordt een aanslag opgelegd en deze is onherroepelijk vast komen te staan.

Vervolgens komen X en Y er achter dat de verdeling van de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen niet gunstig is geweest. Via de online aangiftevoorziening vullen ze gezamenlijk een aangepaste aangifte 2022 in en wijzigen daarbij de onderlinge verhouding zodat die voor hen het meest gunstig is. Hiermee doet Y alsnog aangifte. Voor X is het een verzoek om ambtshalve vermindering.

Vraag: Kunnen fiscaal partners terugkomen op een gekozen onderlinge verhouding van de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen indien een van beide partners geen aangifte heeft ingediend en bij diegene ook geen definitieve aanslag is vastgesteld en zo ja, tot welk moment?

Antwoord: Ja, voor zover het gaat om een belastingjaar waarvoor nog binnen de vijfjaarstermijn als bedoeld in artikel 9.4, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) juncto artikel 45 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 (hierna: URIB 2001) aangifte wordt of kan worden gedaan. In het geval dat binnen deze termijn een uitnodiging tot het doen van aangifte is uitgereikt of toegezonden, loopt deze termijn in ieder geval tot het einde van de gestelde of verleende termijn waarbinnen de aangifte dient te worden gedaan.

Lees het kennisgroepstandpunt.

Verzekeringsproducten & assurantiebelasting

#4

Aanleiding: De belastingplichtige (hierna: de werknemer) heeft een lijfrente in de zin van artikel 3.124, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). De werknemer heeft deze in privé afgesloten. Hij spreekt met zijn werkgever af dat deze de bedragen voor de lijfrente (hierna: de inleg) rechtstreeks overmaakt naar de lijfrente-aanbieder.

Vraag: Kan de werknemer de inleg aftrekken als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in de zin van afdeling 3.7 van de Wet IB 2001 in de volgende situaties?
A. De werkgever houdt de inleg in op het nettoloon van de werknemer en maakt de inleg vervolgens rechtstreeks over naar de lijfrente-aanbieder.
B. De werkgever vergoedt de inleg voor de lijfrente en wijst deze aan als eindheffingsbestanddeel en maakt de inleg vervolgens rechtstreeks over naar de lijfrente-aanbieder.

Antwoord:

A. Ja. Om de inleg af te kunnen trekken als uitgave voor inkomensvoorzieningen in de zin van afdeling 3.7 Wet IB 2001 is vereist dat de inleg drukt op de werknemer. In situatie A is dit het geval. De werknemer kan de inleg in aftrek brengen, als de werknemer voldoende jaar- en/of reserveringsruimte heeft.

B. Ja. De inleg is een onderdeel van het nettoloon en drukt daarmee op de werknemer. De werknemer kan de inleg in aftrek brengen, als de werknemer voldoende jaar- en/of reserveringsruimte heeft.

Lees het kennisgroepstandpunt.

Heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen en wil je deze in het vervolg zelf direct ontvangen? Of wil je ook de nieuwsbrief met nieuwe rulings ontvangen? Abonneer via onderstaande knop!

Abonneer!


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.