#4
Aanleiding: X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2019 tot en met 2026. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.
Feiten: X is een dienstverlenende onderneming met [11 – 25] personeelsleden in Nederland (waarvan een groot deel werkzaam op de IT-afdeling), met een jaarlijkse omzet van [€ 1 miljoen - € 5 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen producten waarin softwaretechnologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.
X dient het verzoek in voor haar eigen activiteiten, waar ook de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.
X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van Design & Strategy heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D- afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2019 tot en met 2022 gemiddeld [<5.000] toegekende en gerealiseerde S&O- uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [< € 0,5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [11% - 15%] van de omzet.
De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere immateriële activa. De ontwikkelingen zien op producttechnologie en procestechnologie.
X heeft innovatieprijzen ontvangen. Het succes laat zich ook afmeten aan een structureel hoge winstgevendheid van de onderneming en het feit dat X gedurende de afgelopen jaren sterk is gegroeid.
In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.
Open de ruling.
|