29 juni 2023 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten
Deze week zijn er 14 nieuwe samenvattingen van rulings gepubliceerd. Het betreft 7 advance tax rulings, 3 advance pricing agreements, 4 innovatiebox rulings, en 0 overige rulings.

Deze week 14 nieuwe rulings. Rulings #1 en #4 gaan over het afwezig blijven van een vaste inrichting bij een buitenlandse vennoot in een transparante personenvennootschap die niet onderneemt (in Nederland). Dat is geen bijzonderheid.

Ruling #7 gaat over de toepassing van een hybridebepaling in het belastingverdrag en over de toepassing van een anti-misbruikbepaling in het belastingverdrag. Dat impliceert dus dat de Nederlandse hybridebepaling geen soelaas bood, waarschijnlijk omdat sprake was van split ownership. Ook de overwegingen over de verhouding Nederlandse anti-misbruikregelingen, verdragsregelingen zijn interessant. Ging dit over het verdrag met het Verenigd Koninkrijk?

Dank voor het lezen!

Advance Tax Ruling

#1

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de afwezigheid van een vaste inrichting in Nederland. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten: X is een CV opgericht naar het recht van Nederland. Het doel van X is om investeerders samen te brengen (poolen) om zodoende kapitaal te investeren. De beherend vennoot van X is een besloten vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en ook feitelijk in Nederland gevestigd. De groep is actief in de dienstverlenende sector.

X is onderdeel van een concern dat bedrijfseconomische operationele activiteiten uitoefent in Nederland. X oefent geen activiteiten uit in Nederland die het beleggingscriterium ontstijgen.

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

Open de ruling.

#2

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschaps- belasting en de inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een Nederlands concern met een hoofdkantoor in Nederland, dat actief is

in de dienstverlenende sector. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [1 - 10] werknemers.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking.

Er zijn geen in het buitenland wonende natuurlijke personen met een direct of indirect belang van 5% of meer in X.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#3

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de dienstverlenende sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen. De activiteiten worden uitgeoefend door [26 - 75] werknemers in Nederland.

De aandelen in X zijn gedeeltelijk in handen van Y, een samenwerkingsverband opgericht naar het recht van een lidstaat van de Europese Unie (EU). Z, een vennootschap opgericht naar het recht van dezelfde EU-lidstaat, staat tot Y in een verhouding vergelijkbaar met een beherend vennoot. De investeerders in Y, waaronder natuurlijke personen, staan tot Y in een verhouding vergelijkbaar met commanditaire vennoten.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#4

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de afwezigheid van een vaste inrichting in Nederland. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten: X is een CV opgericht naar het recht van Nederland. Het doel van X is om investeerders samen te brengen (poolen) om zodoende kapitaal te investeren. De beherend vennoot van X is een besloten vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en ook feitelijk in Nederland gevestigd. De groep is actief in de dienstverlenende sector.

X is onderdeel van een concern dat bedrijfseconomische operationele activiteiten uitoefent in Nederland. X oefent geen activiteiten uit in Nederland die het beleggingscriterium ontstijgen.

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

Open de ruling.

#5

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de deelnemings- vrijstelling en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting en de inhoudings- vrijstelling voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met het boekjaar 2022.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern dat in Nederland operationele activiteiten ontplooit in de handelssector. X houdt diverse directe deelnemingen buiten de Europese Unie (EU). X is actief betrokken bij het aansturen van haar directe deelnemingen. De deelnemingen houden zich bezig met operationele activiteiten die in het verlengde liggen van de activiteiten van het concern als geheel. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door [1 - 10] werknemers.

Y, de directe aandeelhouder van X, is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een staat buiten de EU waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten (Verdragsland A) en is de tophoudster van dit concern. Y drijft een materiële onderneming en fungeert als het hoofdkantoor van dit internationaal opererende concern.

Er zijn geen in het buitenland wonende natuurlijke personen met een direct of indirect belang (via Y) van 5% of meer van de aandelen in X.

Open de ruling.

#6

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de afwezigheid van buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de dienstverlenende sector. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [1 - 10] werknemers.

De aandelen in X zijn grotendeels in handen van Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. Y is een acquisitievennootschap en wordt op haar beurt gehouden door Z, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie (EU). Z wordt op haar beurt gehouden door enkele samenwerkingsverbanden.

Het restant van de aandelen in X is in handen van twee vennootschappen die niet verbonden zijn met Y of Z.

Er zijn geen in het buitenland wonende natuurlijke personen met een direct of indirect belang (via Z) van 5% of meer van de aandelen in Y.

Open de ruling.

#7

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf inzake de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en een land buiten de Europese Unie. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2024.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de industriële sector. In Nederland worden in 2022 bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en de tot het concern behorende Nederlandse vennootschappen. Nadien zijn de operationele activiteiten gestaakt.

Y en Z zijn samenwerkingsverbanden, beide opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten dat voorziet in een regeling voor dividenden (verdragsland A). Y en Z houden gezamenlijk een belang van meer dan 10%
in X. Op grond van de fiscale regels van verdragsland A worden Y en Z aangemerkt als fiscaal transparante lichamen. Y en Z worden voor Nederlandse fiscale maatstaven aangemerkt als niet- transparant en derhalve zijn Y en Z hybride entiteiten.

De voornaamste participant in Y en Z is T, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in verdragsland A. De aandelen in T worden indirect gehouden door Q, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in verdragsland A. Q is de tophoudster van de groep en actief in de aansturing van het concern.

Open de ruling.

Advance Pricing Agreements

#8

Aanleiding: X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2018 tot en met 2021.

Feiten: X is een in Nederland gevestigde vennootschap en hoofdkantoor van een internationaal opererende groep die zich bezig houdt met dienstverlenende activiteiten. Onderdeel van de groep is de binnen de Europese Unie gevestigde vennootschap A. X is eigenaar van de immateriële activa van de groep. A maakt gebruik van de immateriële activa en betaalt voor het gebruik een jaarlijkse vergoeding.

Open de ruling.

#9

Aanleiding: X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2021 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2020.

Feiten: X is een entiteit gevestigd in Nederland met [76-150] medewerkers in Nederland en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Y-groep. De Y-groep is actief in de industriële sector. Z is gevestigd in Europa en maakt ook onderdeel uit van de Y-groep.

Z verricht de belangrijkste kernfuncties van de groep zoals onderzoek en ontwikkeling, sales en marketing, en verleent gerelateerde diensten aan klanten. Z is de eigenaar van alle immateriële activa van de groep en draagt alle gerelateerde kosten. Voorts draagt Z de belangrijkste ondernemersrisico’s en functioneert als de principaal binnen de groep. Z heeft een distributiecontract gesloten met X voor de verkoop van producten voor rekening en risico van Z en voor het geven van ondersteunende marketingdiensten aan Z in een bepaald territoriaal gebied. X zal verantwoordelijk zijn voor de verkoop van bepaalde producten alsmede gerelateerde dienstverlening in het door Z aangewezen territorium. X zal de producten en diensten direct verkopen aan klanten. X is geen eigenaar van waardevolle activa. X draagt slechts beperkt marktrisico en beperkt debiteurenrisico. Z draagt het valutarisico wanneer X in een andere valuta dan de Euro inkomen rapporteert.

Open de ruling.

#10

Aanleiding: X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2022 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2021.

Feiten: X is een in Nederland gevestigde vennootschap en hoofdkantoor van een internationaal opererende groep die zich bezig houdt met dienstverlenende activiteiten. Onderdeel van

de groep is de binnen de Europese Unie gevestigde vennootschap Z. X is eigenaar van de immateriële activa van de groep. Z maakt gebruik van de immateriële activa en betaalt voor het gebruik een jaarlijkse vergoeding. Door X worden tevens hoofdkantoordiensten verricht ten behoeve van Z. De hoofdkantoordiensten betreffen diverse soorten diensten waaronderjuridische, financiële, accounting, belasting, human resources, general management en IT services.

Open de ruling.

Innovatiebox

#11

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2018 tot en met 2022, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2017. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

Feiten: X is een dienstverlenende onderneming met [26 - 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 6 miljoen - € 15 miljoen]. Deze omzet wordt onder andere behaald met eigen software waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. Een gedeelte van de omzet wordt behaald met niet voor de innovatiebox kwalificerende werkzaamheden, zoals de verkoop van software van derden en consultancy activiteiten, die voor het verzoek om vooroverleg buiten beschouwing blijven.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochter- maatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt sedert een overname door Z in 2021 onderdeel uit van een internationaal concern, en wordt per 1 januari 2023 ook gevoegd in de fiscale eenheid van Z. De fiscale eenheid X heeft sindsdien transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2020 tot en met 2022 gemiddeld [5.000 – 10.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren

per jaar. Bij de S&O- activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D- werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [5% - 10%] van de omzet.

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot zelf ontwikkelde software. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#12

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een industriële onderneming met [151 – 300] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 151 miljoen - € 300 miljoen]. Deze omzet wordt deels behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. Een gedeelte van de omzet wordt behaald met handelsactiviteiten waarbij producten van derden worden ingekocht en verkocht, inkomsten uit gekocht IP en niet innovatieve producten.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (routinematige productie) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence, (strategische) Productie en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2022 gemiddeld [20.000 – 50.000] toegekende en gerealiseerde S&O- uren per jaar, waarbij overigens sprake is van een dalende tendens. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 6 miljoen - € 10 miljoen] uitgegeven aan R&D- werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [<5%] van de omzet.

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere aangevraagde en verleende patenten. Er zijn thans ook enkele patenten in aanvraag. De patenten zien in hoofdzaak op producttechnologie en incidenteel op procestechnologie.

X is voor haar specifieke marktgebied een van de Europese marktleiders. Het succes laat zich ook afmeten aan een (relatief) hoge winstgevendheid van de onderneming.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#13

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2020 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2019. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2020.

Feiten: X is een industriële onderneming met [11 – 25] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 6 miljoen - € 15 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit
van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot productie en service/aftersales) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Kwaliteit, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D- afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2018 tot en met 2021 gemiddeld [< 5.000] toegekende en gerealiseerde S&O- uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld

[1 - 5] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [< € 0,5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [< 5%] van de omzet.

Er zijn thans enkele patenten in aanvraag. De patenten zien in hoofdzaak op producttechnologie. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#14

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2017 tot en met 2021, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2016.

Feiten: X is een industriële onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 16 miljoen – € 50 miljoen]. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

Uitschrijven   |   Beheer je abonnement


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.