Deze week zijn er geen nieuwe samenvattingen van rulings gepubliceerd. Toch een nieuwsbrief met een aantal observaties over rulings over de vestigingsplaatsfictie.
Er zijn verschillende rulings afgesloten ten aanzien van de vestigingsplaatsficties in de vennootschapsbelasting (artikel 2 lid 5), de dividendbelasting (artikel 1 lid 3) en de conditionele bronbelasting (artikel 1.3). Deze vestigingsplaatsfictie zorgt ervoor dat - ook al is op basis van de omstandigheden de vestigingsplaats gelegen buiten Nederland (artikel 4 lid 1 AWR) - een naar Nederlands recht opgerichte vennootschap steeds onderworpen blijft aan Nederlandse vennootschapsbelasting, dividendbelasting en conditionele bronheffing. Dit leidt bijvoorbeeld tot interessante situaties voor beursgenoteerde NV’s die feitelijk geleid worden buiten Nederland (zie bijvoorbeeld deze ruling). Ook bij een grensoverschrijdende omzetting blijft de vennootschap onderworpen aan de vestigingsplaatsfictie, althans volgens de Staatssecretaris.
Bij een spiegeldbeeldsituatie, wanneer een niet naar Nederlands recht opgerichte vennootschap grensoverschrijdend wordt omgezet in een Nederlandse N.V. of B.V. is getuige deze vier (1, 2, 3, 4) rulings, geen sprake van een vennootschap die is opgericht naar Nederlands recht. Althans, mits de oorspronkelijke rechtspersoon(lijkheid) behouden blijft. |