24 september 2024 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten

Deze week één nieuw kennisgroepstandpunt, deze keer over de eigenwoninglening. Het gaat over de vraag of schulden ter financiering van kosten van financiering ook behoren tot de eigenwoningschuld. Je vraagt je toch af wat voor bizarre situatie is ertoe heeft geleid dat deze vraag is voorgelegd aan de kennisgroep. Gelukkig lijkt de kennisgroep toch wel te begrijpen dat het doel van de Fiscale vereenvoudigingswet 2010, niet zou mogen zijn het compliceren van vrijwel elke eigenwoningschuld.

Dank voor het lezen!

Onroerende zaken

#1

Aanleiding: Volgens artikel 3.119a, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) wordt onder de schulden die zijn aangegaan in verband met de eigen woning mede verstaan de schulden die zijn aangegaan ter betaling van de kosten ter verkrijging van de schulden, bedoeld in de onderdelen a en b. Dit wordt ook wel het meefinancieren van de financieringskosten genoemd. Door de verwijzing in onderdeel c naar slechts de onderdelen a en b komt de vraag op of de schuld die betrekking heeft op onderdeel c zelve wel als eigenwoningschuld kan worden aangemerkt. Het voorbeeld in de wetsgeschiedenis (Kamerstukken II 2009/10, 32130, nr. 3, p. 43) en de daarna gegeven voorbeelden in het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 26 augustus 2010 (Stcrt. 2010, 13576) bieden daarnaast onvoldoende duidelijkheid over de te hanteren evenredigheidsbreuk als een deel van de financieringskosten betrekking heeft op een box 3-schuld.

Vraag: Op welke wijze moet worden bepaald of de schuld die is aangegaan ter betaling van de kosten ter verkrijging van de schuld in de zin vanartikel 3.119a, tweede lid, onderdeel c, Wet IB 2001 als eigenwoningschuld wordt aangemerkt?

Antwoord: De schuld die is aangegaan ter betaling van de kosten ter verkrijging van de schulden, bedoeld in de onderdelen a en b, moet nietdaarnaast ook worden toegerekend aan onderdeel c, de schuld ter betaling van de financieringskosten, zelve. Als noemer van deevenredigheidsbreuk moet worden uitgegaan van de schuld zonder de schuld voor de betaling van de financieringskosten.

Lees het kennisgroepstandpunt.

Heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen en wil je deze in het vervolg zelf direct ontvangen? Of wil je ook de nieuwsbrief met nieuwe rulings ontvangen? Abonneer via onderstaande knop!

Abonneer!


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.