30 juli 2024 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten

Deze week drie nieuwe kennisgroepstandpunten en één update (private lease in box 3). Kennisgroepstandpunt #1 betreft de toepassing van artikel 4.12a Wet inkomstenbelasting in geval van een turboverdeling. Kennisgroepstandpunt #2 betreft de regeling voor excessieve leningen van aandeelhouders bij hun BV. Kennisgroepstandpunt #3 gaat over de doorschuifregeling en de bedrijfsopvolgingsregeling.

Dank voor het lezen!

Aanmerkelijk belang

#1

Aanleiding: X is in gemeenschap van goederen gehuwd met Y. Tot de huwelijksgemeenschap behoren alle aandelen in X BV. X overlijdt. In zijn testament heeft X het vruchtgebruik van zijn nalatenschap gelegateerd aan Y en zijn zoon Z als enig erfgenaam benoemd. Voorafgaande aan de afgifte van het vruchtgebruiklegaat, worden alle tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behorende aandelen in X BV aan de nalatenschap toegedeeld (turboverdeling).

Vraag: Kan de faciliteit van artikel 4.12a van de Wet inkomstenbelasting (hierna: Wet IB 2001) worden toegepast op reguliere voordelen uit aandelen die door middel van een zogenoemde turboverdeling aan de nalatenschap zijn toebedeeld?

Antwoord: Nee, de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 is beperkt tot de (onverdeelde) helft van de aandelen in X BV waartoe X gerechtigd was in de huwelijksgemeenschap.

Lees het kennisgroepstandpunt.

#2

Aanleiding: X is in 1997 van Nederland naar Zwitserland geëmigreerd. In 2002 heeft hij een Zwitserse GmbH opgericht. X heeft een schuld aan deze GmbH. In 2019 remigreert X naar Nederland. Op dat moment bedraagt de schuld aan de GmbH € 1.800.000. In de periode tussen de oprichting van de GmbH en de remigratie heeft de GmbH winstreserves opgebouwd. Op het moment van remigratie bedraagt de waarde in het economische verkeer van de aandelen € 2.000.000.

Vragen:

1. Wordt het maximumbedrag van X op grond van artikel 4.14c, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) verhoogd tot het bedrag van € 1.800.000 vanwege zijn schulden op het moment van remigratie?

2. Zo nee, eigent Nederland zich daarmee heffingsrecht toe waardoor sprake is van zogenoemde treaty override, vergelijkbaar met het gebruikelijkloonarrest?

Antwoorden:

1. Nee, het maximumbedrag van X wordt niet verhoogd. Ten tijde van de remigratie gold de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap (hierna: Wet excessief lenen) niet. Bij de invoering van de Wet excessief lenen is geen overgangsrecht opgenomen op grond waarvan het maximumbedrag voor binnenlands belastingplichtigen wordt verhoogd tot de op dat moment bestaande schuld.

2. Er is geen sprake van treaty override, vergelijkbaar met het gebruikelijk loonarrest.

Lees het kennisgroepstandpunt.

#3

Aanleiding: De Hoge Raad heeft op 18 augustus 2023, ECLI:NL:HR:2023:1054, geoordeeld dat gelet op de strekking van de bedrijfsopvolgingsregeling van artikel 35b en volgende, van de Successiewet 1956 (hierna: de BOR), tot het ondernemingsvermogen alleen vermogensbestanddelen worden gerekend die ten tijde van de verkrijging voor ondernemingsdoeleinden worden aangehouden.

Daarbij is niet van belang of een vermogensbestanddeel voor de winstberekening tot het ondernemingsvermogen zou mogen worden gerekend. Aan de in het Pottenbakkersarrest (ECLI:NL:HR:1997:AA2251) omschreven rechtsregel komt dan ook voor de toepassing van de BOR geen betekenis toe.

Vragen:

1. Geldt het arrest van 18 augustus 2023 ook voor de doorschuifregeling van artikel 4.17a en artikel 4.17c van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001)?

2. Heeft het arrest voor de BOR of de voornoemde doorschuifregeling (hierna: DSR) gevolgen voor het voor de winstberekening als ondernemingsvermogen geëtiketteerde keuzevermogen, als sprake is van gemengd gebruik?

3. Heeft het arrest voor de BOR of de DSR gevolgen als een vermogensbestanddeel op grond van de etiketteringsregels enkel vanwege een historisch verband, ondernemingsvermogen vormt voor de winstberekening?

4. Geldt het arrest voor de toepassing van de BOR of de DSR voor privévermogen?

Antwoorden:

1. Ja, het arrest van 18 augustus 2023 dat betrekking heeft op de BOR geldt ook voor de toepassing van de DSR, aangezien doel en strekking van beide faciliteiten gelijk zijn.

2. Nee, het arrest heeft geen gevolgen voor de etikettering van keuzevermogen waarbij sprake is van gemengd gebruik.

3. Ja, een vermogensbestanddeel dat enkel vanwege een historisch verband ondernemingsvermogen vormt voor de winstberekening komt alleen in aanmerking voor de faciliteiten als dit vermogensbestanddeel ten tijde van de verkrijging voor ondernemingsdoeleinden wordt aangehouden.

4. Nee, dit arrest is niet van invloed op verplicht privévermogen. Verplicht privévermogen wordt voor de toepassing van beide faciliteiten nog steeds als beleggingsvermogen aangemerkt.

Heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen en wil je deze in het vervolg zelf direct ontvangen? Of wil je ook de nieuwsbrief met nieuwe rulings ontvangen? Abonneer via onderstaande knop!

Abonneer!


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.