20250624 ATR 000002
Samenvatting
Aanleiding
Er is verzocht om zekerheid vooraf over toepassing van de inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028.
Feiten
X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. Y, de directe aandeelhouder van X, is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten (verdragsland A). Het verzoek is ingetrokken.
Rechtskader
Er wordt zekerheid vooraf gevraagd over toepassing van de inhoudingsvrijstelling als bedoeld in artikel 4, tweede lid en verder van de Wet op de dividendbelasting 1965 (Wet DB). Deze zekerheid vraagt men voor uitkeringen van X aan Y.
Overwegingen
1. Er is gewezen op de additionele informatie die moet worden verstrekt voor het in behandeling nemen van het verzoek onder het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. De opgevraagde informatie had betrekking op de beoordeling of wordt voldaan aan de voorwaarden van paragraaf 3 van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter.
2. Daaropvolgend is door belastingplichtige besloten het vooroverleg te staken. Het verzoek om zekerheid vooraf is vervolgens ingetrokken voordat kon worden toegekomen aan de beoordeling of werd voldaan aan de voorwaarden uit het Besluit. Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.
Conclusie
Er is geen zekerheid vooraf gegeven, aangezien het verzoek is ingetrokken. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. 20250624 ATR 000002Toepassing van de inhoudingsvrijstelling zal in beginsel worden beoordeeld in het kader van het reguliere toezicht.