20250527 APA 000002
Samenvatting
Aanleiding
X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor het boekjaar 2022.
Feiten
X is een vennootschap gevestigd in Nederland met [26 – 75] personeelsleden in Nederland en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Y-groep. De Y-groep is actief in de industriële sector. Y is thans een gelieerde vennootschap gevestigd buiten de Europese Unie. X was een ongelieerde onderneming. Y heeft de aandelen van X overgenomen. Vervolgens heeft X een immaterieel activum overgedragen aan Y. Het verzoek om zekerheid vooraf heeft betrekking op de arm’s-lengthbeloning voor de overdracht van het immaterieel activum door X aan Y. De aangifte vennootschapsbelasting 2022 (aangifte Vpb) is ingediend tijdens de behandeling van het verzoek.
Rechtskader
Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. Relevant in dit kader is het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 en/of het Verrekenprijsbesluit 2022, hierna (gezamenlijk) te noemen “verrekenprijsbesluit”. Voorts zijn relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).
Overwegingen
1. Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek op voorhand aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter te voldoen. Om die reden is het verzoek in eerste instantie in behandeling genomen. 20250527 APA 000002
2. Op grond van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter in combinatie met artikel 2b van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen is sprake van een voorafgaande grensoverschrijdende ruling indien de ruling tot stand komt vóórdat de belastingaangifte is ingediend (over het tijdvak waarin de betreffende transactie heeft plaatsgevonden). Tijdens de behandeling van het desbetreffende verzoek is de aangifte Vpb ingediend. In deze aangifte is de transactie verwerkt waarop het verzoek voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ziet.
3. Gelet op de indiening van de aangifte Vpb is er vanaf het moment van indienen van de aangifte Vpb niet langer sprake van het verkrijgen van zekerheid vooraf. Daarom is een verdere inhoudelijke analyse van het verzoek achterwege gebleven.
Conclusie
Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen, omdat geen sprake (meer) is van een ruling met een internationaal karakter als bedoeld in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Het verzoek tot vooroverleg is buiten behandeling gesteld. De transactie zal in beginsel in het kader van het reguliere toezicht beoordeeld worden.