rul-20250304-atr-000020

20250304 ATR 000020

Samenvatting

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van meerdere buitenlands rechtsvormen naar Nederlandse fiscale maatstaven. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028.

Feiten

X is een lichaam gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie (EU-lidstaat, lidstaat A). Zij is ingesteld bij wetgeving van de EU-lidstaat en bezit krachtens de instellingswet rechtspersoonlijkheid. X behoort tot een internationaal opererend concern in de dienstverlenende sector. X is de enige gerechtigde in Y, een afgescheiden vermogen zonder rechtspersoonlijkheid, opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in lidstaat A. Y houdt belangen in zes samenwerkingsverbanden (A, B, C, D, E en F) die zijn opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in lidstaat A. De samenwerkingsverbanden bezitten in Nederland gelegen vastgoed.

Rechtskader

Het verzoek om zekerheid vooraf ziet op de kwalificatie van Y, A, B, C, D, E en F naar Nederlandse fiscale maatstaven. Voor de kwalificatie van Y, A, B, C, D, E en F voor het jaar 2024 is het besluit van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M (Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden) relevant. Op grond van het Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden kunnen buitenlandse samenwerkingsverbanden worden gekwalificeerd voor Nederlandse fiscale doeleinden aan de hand van een toetsingskader. Voor het jaar 2025 en verder kunnen buitenlandse rechtsvormen worden gekwalificeerd aan de hand van het Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen van 9 november 2024 (Staatsblad 2024, 339) dat uitvoering geeft aan de in (onder andere) artikel 1a van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) (wettekst met ingang van 1 januari 2025) opgenomen rechtsvormvergelijkingsmethode. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang. 20250304 ATR 000020

Overwegingen

1. Op basis van de aangeleverde informatie voldoet het verzoek op voorhand aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Het verzoek is daarom in behandeling genomen.
2. Lopende het verzoek heeft de Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen het antwoord KG:211:2024:16 gepubliceerd. Als gevolg van dit kennisgroepstandpunt is het verzoek tot zekerheid vooraf volledig ingetrokken.
3. Door de intrekking is niet definitief vastgesteld of het verzoek voldeed aan de voorwaarden van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Ook is daardoor niet toegekomen aan afronding van de gehele inhoudelijke fiscale beoordeling van het verzoek.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen.