20250211 ATR 000010
Samenvatting
Aanleiding
Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een Nederlandse commanditaire vennootschap en de afwezigheid van een Vaste inrichting in Nederland. Men wenst zekerheid voor het boekjaar 2024.
Feiten
X is een commanditaire vennootschap die is aangegaan naar het recht van Nederland. De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X zal zijn onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel van de commanditaire als van de beherende vennoten. De beherend vennoot van X zal een besloten vennootschap zijn die is opgericht naar het recht van Nederland en ook feitelijk in Nederland gevestigd zal zijn. X is onderdeel van een concern dat actief is in de dienstverlenende sector. Het concern oefent bedrijfseconomische operationele activiteiten uit in Nederland. Deze activiteiten worden uitgeoefend door [> 1.000] werknemers. In het kader van de activiteiten van het concern houdt het concern meerdere investeringen aan, waaronder toekomstige investeringen via X. De investeringen die X zal gaan houden, zal zij gaan houden via één of meer besloten vennootschappen opgericht naar het recht van Nederland. X oefent geen activiteiten uit in Nederland die het beleggingscriterium ontstijgen. Het verzoek is ingetrokken.
Rechtskader
Het verzoek om zekerheid vooraf ziet op de kwalificatie van de commanditaire vennootschap als besloten. Relevant hierbij is artikel 2, derde lid, onderdeel c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in combinatie met het besluit inzake commanditaire vennootschappen en het toestemmingsvereiste van 15 december 2015, nr. BLKB2015/1209M. 20250211 ATR 000010Tevens vraagt de beherend vennoot van X zekerheid vooraf dat geen sprake is van een vaste inrichting in Nederland op grond van artikel 3, vierde lid, onderdeel a in combinatie met artikel 17 en artikel 17a van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).
Overwegingen
1. In paragraaf 3, onderdeel a van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter is aangegeven dat toegang tot het vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter slechts wordt aangegaan als sprake is van voldoende economische nexus in Nederland. In dezelfde paragraaf 3, onderdeel a, laatste zin wordt hierop een uitzondering gemaakt, welke inhoudt dat de bepaling inzake de economische nexus naar zijn aard niet van toepassing is indien zekerheid wordt gevraagd over de afwezigheid van een Vaste inrichting in Nederland. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat X onderdeel is van een concern dat wel economische nexus heeft in Nederland.
2. Gedurende de behandeling van het verzoek is duidelijk geworden dat de transactie niet plaats zal vinden. Het verzoek is ingetrokken.
Conclusie
Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen.