rul-20250204-atr-000014

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de toepassing van de liquidatieverliesregeling voor de Vennootschapsbelasting. Men vraagt zekerheid voor het jaar 2024.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal concern dat actief is in de handelssector en een hoofdkantoor heeft in Nederland. X heeft diverse dochtervennootschappen, zowel binnen als buiten de Europese Unie (EU). Een van de dochtervennootschappen is Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land binnen de EU waarmee Nederland een Belastingverdrag heeft gesloten. Y is geliquideerd. Het is nog onduidelijk of Y ook is vereffend. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

X verzoekt om zekerheid vooraf over de toepassing van de liquidatieverliesregeling als bedoeld in artikel 13d van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Relevant is hierbij onderdeel 8.14.3.2 van het besluit van 19 september 2024, nr. 2024-20865 (Besluit deelnemingsvrijstelling) en het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

X is gewezen op de additionele informatie die moet worden verstrekt voor het in behandeling nemen van het verzoek onder het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. X heeft vervolgens een inschatting gemaakt van de additionele administratieve lasten en heeft besloten om het vooroverleg te staken. Het verzoek om zekerheid vooraf is vervolgens ingetrokken voordat kon worden toegekomen aan de beoordeling of is voldaan aan de voorwaarden uit het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. De liquidatie zal in beginsel in het kader van het reguliere toezicht beoordeeld worden.