rul-20250128-atr-000002

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf over de toepassing van de liquidatieverliesregeling voor de Vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor het boekjaar 2025.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X treedt op als internationaal hoofdkantoor van de groep voor alle Nederlandse en buitenlandse dochtervennootschappen van de groep en is actief in de aansturing van het concern als geheel. De groep is actief in Nederland. De activiteiten van de hiervoor bedoelde dochtermaatschappijen liggen in het verlengde van de werkzaamheden van de groep in haar geheel. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [501-1.000] werknemers. X houdt alle aandelen in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land waarmee Nederland een Belastingverdrag heeft gesloten dat voorziet in een regeling voor dividenden (Verdragsland A). X had het voornemen om Y te liquideren, maar dit is lopende de behandeling van het verzoek komen te vervallen. Het verzoek is derhalve ingetrokken.

Rechtskader

X verzoekt om te bevestigen dat de onderneming van Y op het moment van vereffening geheel is gestaakt. Dit vereiste voor het nemen van een liquidatieverlies is opgenomen in artikel 13d, veertiende lid van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Onderdeel 8.14.3.2 van het besluit van 19 september 2024, nr. 2024-20865 (Besluit deelnemingsvrijstelling) is eveneens relevant in dit kader. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek op voorhand aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter te voldoen. Om die reden is het verzoek in eerste instantie in behandeling genomen. Het voornemen om Y te liquideren is echter lopende de behandeling van het verzoek komen te vervallen. Het verzoek is derhalve ingetrokken.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen.