rul-20241224-apa-000012

Aanleiding

X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2019/2020 tot en met 2023/2024. Er is tevens verzocht om de overeen te komen fiscale behandeling ook van toepassing te laten zijn op de jaren 2016/2017, 2017/2018 en 2018/2019. De aangiften Vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met boekjaar 2022/2023.

Feiten

X is een vennootschap gevestigd in Nederland met [76 – 150] werknemers in Nederland en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Y-groep. De Y-groep is actief in de industriële sector. A en B zijn gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie (EU) en maken ook onderdeel uit van de Y-groep. Voorheen functioneerde A als principaal voor haar regio binnen de Y-groep. A was verantwoordelijk voor het strategisch management en verrichte dekernfuncties met betrekking tot haar regio. X en B verrichtten verkoop- en distributieactiviteiten ten behoeve van A. X en B waren geen eigenaar van waardevolle activa en droegen slechts beperkte risico’s. Na een herstructurering binnen de Y-groep werd X principaal. X naam hierbij, zonder het betalen of ontvangen van een vergoeding, het regionale strategisch management en de kernfuncties over van A. Sindsdien verricht A productie- en ontwikkelingsactiviteiten en B verkoop- en distributieactiviteiten ten behoeve van X. A en B zijn geen eigenaar van waardevolle activa en dragen slechts beperkte risico’s. X verzoekt om zekerheid vooraf ten aanzien van de arm’s-length beloning van haar verkoop- en distributieactiviteiten ten behoeve van A tot de herstructurering. Tevens verzoekt X om zekerheid vooraf ten aanzien van de arm’s-length beloning na de herstructurering, voor de activiteiten die worden verricht door A en B ten behoeve van X.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. Relevant in dit kader is het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 en/of het Verrekenprijsbesluit 2022, hierna (gezamenlijk) te noemen “verrekenprijsbesluit”. Voorts zijn relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

1. X oefent in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus) en voorts worden de bedrijfseconomische operationele activiteiten voor rekening en risico van X uitgeoefend. Deze activiteiten passen bij de functie van het lichaam binnen het concern. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties, en heeft de gevraagde zekerheid vooraf geen betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met gelieerde entiteiten die zijn gevestigd in staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
2. De bevoegde autoriteiten hebben overleg gevoerd over de arm’s-lengthbeloning van de transacties tussen X en A en B. Het is de bevoegde autoriteiten niet gelukt tot overeenstemming te komen. Het dossier is vervolgens buiten behandeling gesteld.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven. Het verzoek is buiten behandeling gesteld. De transacties zullen in het kader van het reguliere toezicht beoordeeld worden.