rul-20240702-rulov-000004

Aanleiding

X en Y hebben verzocht om zekerheid vooraf over de fiscale behandeling van een grensoverschrijdende financieringstransactie die zij overwegen aan te gaan. Men vraagt zekerheid voor de jaren 2024 tot en met 2028.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar Nederlands recht en feitelijk hier gevestigd. X behoort tot een concern dat bedrijfseconomische operationele activiteiten verricht in Nederland en in het buitenland. Het concern wenst ten behoeve van het aantrekken van vreemd vermogen een vennootschap op te richten die feitelijk hier gevestigd is, zijnde Y. Deze vennootschap zal vermogensbestanddelen van diverse groepsmaatschappijen verkrijgen en dit financieren met schulden van externe partijen. Tussen Y, X en de andere deelnemende vennootschappen zullen nadere overeenkomsten opgesteld worden om het risicoprofiel van Y te beperken. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek richt zich op de vraag hoe de balans en winst en verliesrekening van Y eruit zal zien voor vennootschapsbelastingdoeleinden. Specifiek of het juridisch en economische eigendom van de vermogensbestanddelen toegerekend dient te worden aan Y met het oog op artikel 8, eerste lid, van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 juncto artikel 3.8. van de Wet Inkomstenbelasting 2001. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Voorts is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Naar aanleiding van een initiële analyse van het verzoek is er overleg geweest met X. De Belastingdienst heeft daarbij haar twijfels geuit over een aantal aspecten van het verzoek. X heeft daaropvolgend besloten het vooroverleg te staken en heeft het verzoek ingetrokken. Door de intrekking is niet toegekomen aan een (definitieve) beoordeling of voldaan is aan de voorwaarden van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Ook is de fiscaal inhoudelijke behandeling niet afgerond.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. Indien de grensoverschrijdende financieringstransactie geïmplementeerd wordt, zal deze in beginsel in het kader van het reguliere toezicht beoordeeld worden.