rul-20220719-atr-000001

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf over de toepassing van een stakingsverlies en voortzetting van activiteiten door een verbonden lichaam – in het zicht van staking – in het kader van de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten. Men wenst zekerheid voor het boekjaar 2022.

Feiten

Familie A heeft een onderneming en wenst de bedrijfsopvolgingsfaciliteit toe te passen op een schenking van aandelen in X, een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk gevestigd in Nederland, binnen de familie A. X houdt alle aandelen in Y. X en Y vormen een fiscale eenheid voor de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Y is commanditair vennoot in W, een samenwerkingsverband opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een staat binnen de Europese Unie. Een deel van X moet voorafgaand aan de schenking van aandelen worden afgesplitst naar Z, een nieuw naar het recht van Nederland op te richten vennootschap die feitelijk gevestigd zal zijn in Nederland. Z wordt eveneens uiteindelijk gehouden door familie A. Daarnaast is X voornemens om Y ten titel van verkoop over te dragen binnen de familie A. Het belang in W moet worden overgedragen aan een volgende generatie. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X om zekerheid vooraf dat de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten geen toepassing vindt, ziet op artikel 15i van de Wet Vpb. Men verzoekt ook om te bevestigen dat er geen sprake is van voortzetting van activiteiten door een verbonden lichaam in het zicht van staking als bedoeld in artikel 15j, tweede lid, van de Wet Vpb. Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

X is gewezen op de additionele informatie die moet worden verstrekt voor het in behandeling nemen van het verzoek onder het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. X heeft daaropvolgend besloten de herstructurering op een andere wijze vorm te geven en het vooroverleg te staken. Het verzoek om zekerheid vooraf is vervolgens ingetrokken voordat kon worden toegekomen aan de beoordeling of werd voldaan aan de voorwaarden uit het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen.