21 december 2023 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten
Deze week zijn er 23 nieuwe samenvattingen van rulings gepubliceerd. Het betreft 4 advance tax rulings, 12 advance pricing agreements, 7 innovatiebox rulings, en 0 overige rulings.

Deze week een behoorlijk aantal nieuwe rulings en een aantal is het waard om gelezen te worden.

Ruling #3 betreft de kwalificatie van een commenditaire vennootschap. De conclusie luidt:

"X is voor Nederlandse fiscale doeleinden niet-transparant. De buitenlandse investeerders worden als medegerechtigden in X geacht een onderneming te drijven middels een vaste inrichting in Nederland."

Eerder deze week stuurde een oud-collega mij een bericht waarin ze ook verwees naar soortgelijke (eerdere) rulings; A, B, C, D, E.

Deze conclusies verdienen twee opmerkingen. Ten eerste, middels, hoewel ingeburgerd, is een germanisme waar een perfect Nederlands alternatief voor beschikbaar is; door middel van. Ten tweede, en daar wees mijn oud-collega mij op, is de conclusie technisch opmerkelijk. Niet-transparant en dus medegerechtigden. Hoewel het niet uitgesloten is dat ook bij een niet-transparant lichaam winstgerechtigden betrokken zijn, is dat doorgaans het geval als er juist wel sprake is van een transparant lichaam. Die conclusie wordt ook getrokken in de vijfde overweging. Soortgelijke overwegingen zijn ook opgenomen in de andere rulings. Het lijkt er dus op dat dezelde fout consequent terugkeert in de rulings.

Ruling #4 gaat over de vangnetbepaling in het verdrag met de Verenigde Staten. De motivering is nogal beperkt. Mijn vermoeden is dat het een dividend door een disregarded entity betreft.

Rulings #5, #9, en #15 betreffen financieringsactiviteiten. Rulings #9 en #15 zijn afgewezen in verband met het niet hebben van voldoende nexus met Nederland. Er werd verzocht om een kostenafhankelijke vergoeding. In beide gevallen was de financieringsentiteit de enige entiteit in Nederland, en had de financieringsentiteit één werknemer die zich bezighield met administratieve werkzaamheden. Het is jammer dat in deze twee situaties er duidelijk zo weinig activiteiten in Nederland waren. Het wordt een beetje interessanter als er meer activiteiten in Nederland zijn (van de groep) en/of de financieringsactiviteit meer werknemers heeft die zich wellicht bezighouden met de financiering, maar waar deze personen wel een meer ondergeschikte rol hebben.

Dank voor het lezen en goede feestdagen!

Advance Tax Rulings

#1

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2023.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een Nederlands concern met een hoofdkantoor in Nederland, welke actief is in de dienstverlenende sector. Het concern heeft [1 - 10] werknemers in Nederland.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X, heeft professionele kennis en ervaring, is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Open de ruling.

#2

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern in de dienstverlenende sector. X treedt op als Europees hoofdkantoor van de groep voor alle Nederlandse en pan-Europese dochtervennootschappen van de groep en is actief in de aansturing van dit onderdeel van het concern. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen. De activiteiten worden uitgeoefend door [26 - 75] werknemers in Nederland.

De lidmaatschapsrechten van X zijn nagenoeg geheel in handen van Z en voor het overige in handen van Y, vennootschappen opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land buiten de Europese Unie (land A). Z houdt, mede via een tussenliggende vennootschap, eveneens opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in land A, het volledige belang in Y.

Het personeel van de groep in land A is in dienst van Y. Deze werknemers verrichten ook werkzaamheden voor andere vennootschappen van de groep in land A, waaronder Z. Z is de tophoudster van de groep en actief in de aansturing van het concern als geheel. Zoals hiervoor opgemerkt zijn de werknemers die voor deze aansturing verantwoordelijk zijn in dienst van Y. Z verricht een reële economische functie. Y drijft een materiële onderneming en is eveneens betrokken bij de aansturing van X.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Open de ruling.

#3

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een commanditaire vennootschap en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2023.

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [11 - 25] werknemers.

Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. Het concern is actief in de dienstverlenende sector.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. De investeringen in de portfoliovennootschappen zal X aanhouden via Z, een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid, opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

Open de ruling.

#4

Aanleiding: Er is verzocht om toepassing van de vangnetbepaling als bedoeld in artikel 26, zevende lid, van het belastingverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika. Men wenst zekerheid vanaf 19 december 2023 tot en met 31 december 2027.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van de Verenigde Staten van Amerika en staat aan het hoofd van een internationaal concern. Het concern is actief in de dienstverlenende sector en er zijn [> 1.000] werknemers aldaar werkzaam. X houdt indirect, via een aantal tussenschakels in de Verenigde Staten van Amerika, nagenoeg alle aandelen van vennootschap Y.

Y is opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. Y fungeert als houdstervennootschap voor een aantal vennootschappen waarvan sommigen eveneens opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. De activiteiten van deze vennootschappen worden uitgeoefend door [151 – 300] werknemers in Nederland. Y kan op uitkeringen aan X geen gebruik maken van de inhoudingsvrijstelling van de Wet op de dividendbelasting 1965.

Open de ruling.

Advance Pricing Agreements

#5

Aanleiding: X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2018 tot en met 2022 met een rollback over de boekjaren 2016 en 2017.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van de Y-groep. De Y-groep is een internationaal concern actief in de dienstverleningssector. Z fungeert als hoofdkantoor van de Y-groep en is gevestigd in land A, een lidstaat van de Europese Unie, waarmee het bilaterale overleg gevoerd wordt. X houdt zich bezig met financieringsactiviteiten binnen het concern. X trekt externe geldleningen aan en leent die uitsluitend door aan groepsvennootschappen die gevestigd zijn in land A. X heeft voldoende deskundige medewerkers in dienst om haar activiteiten uit te voeren. X voert haar activiteiten nagenoeg volledig zelfstandig uit.

In de loop van 2021 heeft X niet meer de control over de financieringsactiviteiten en bijbehorenderisico’s. X en Z zijn voornemens juridisch te fuseren.

X verzoekt om zekerheid vooraf ten aanzien van een arm's-lenghtbeloning voor haar activiteiten en de vergoeding voor de overdracht van functies.

Open de ruling.

#6

Aanleiding: X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2018 tot en met 2024. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met boekjaar 2020.

Feiten: X is het in Nederland gevestigde hoofdkantoor van de Z-groep met [501-1000] personeelsleden in Nederland. De Z-groep is een internationaal opererende groep in de industriële sector.

X verricht de belangrijkste kernfuncties binnen de Z-groep. X is de eigenaar van immateriële activa van de groep en draagt alle daaraan gerelateerde kosten. Voorts draagt X de belangrijkste ondernemersrisico’s en functioneert als de principaal binnen de groep en is onder meer verantwoordelijk voor het strategisch management, sales en accountmanagement, de ontwikkeling en het onderhoud van IT-systemen, financieel beheer, personeelsbeheer, inkoop, planning en project- en kostenbeheer.

Onderdeel van de Z-groep zijn de buiten de Europese Unie, in staat Y gevestigde dochtermaatschappijen A, B, C, D en E. A verkoopt ten behoeve van X goederen aan derden. B verrichtte routinematige productieactiviteiten ten behoeve van X en heeft kosten gemaakt met betrekking tot de beëindiging van deze activiteiten. C verricht ondersteunende administratieve- en managementdiensten ten behoeve van X. D verricht activiteiten met betrekking tot de export van goederen ten behoeve van X. E licentieert het gebruiksrecht van immateriële activa (waarvan E wel de juridische maar niet de economische eigenaar is) aan X. Daarnaast heeft X een vaste inrichting in staat Y die administratieve activiteiten verricht ten behoeve van X.

A, B, C, D en de vaste inrichting van X zijn geen eigenaar van waardevolle activa en dragen
slechts beperkte (markt- en debiteuren) risico’s.

De gevraagde zekerheid vooraf ziet op de volgende transacties en dealing van X:
• Verkoopactiviteiten door A ten behoeve van X;
• Een vergoeding voor sluitingskosten door X aan B;
• Ondersteunende administratieve- en managementdiensten door C ten behoeve van
X;
• Exportactiviteiten door D ten behoeve van X;
• Licentie van immateriële activa van E aan X;
• Het verrichten van administratieve diensten door de vaste inrichting van X.

Open de ruling.

#7

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over de at arm's-length aard van de Cost Contribution Arrangement (CCA) tussen X en Y voor de boekjaren 2024 tot en met 2028, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2023.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland met [301 – 500] personeelsleden in Nederland en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Z-groep. De Z-groep is actief in de industriële sector. Y is gevestigd buiten de Europese Unie (EU) en fungeert als hoofdkantoor van de Z-groep. X houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en verkoop van Z-producten. X is per januari 2019 een CCA overeen gekomen met Y. Zowel X als Y verrichten R&D werkzaamheden. De CCA ziet op het gezamenlijk dragen van de kosten en de risico’s van het ontwikkelen van immateriële activa. De kosten en de risico’s verbonden aan het ontwikkelen van de immateriële activa worden verdeeld aan de hand van de ratio van het redelijkerwijs te verwachten voordeel dat wordt verkregen uit de immateriële activa voor respectievelijk X en Y (hierna de Ratio). De Ratio voor X wordt bepaald door verkopen in de regio van X ten opzichte van de wereldwijde verkopen en voor Y op verkopen in de rest van de wereld ten opzichte van de wereldwijde verkopen. De Ratio wordt jaarlijks bepaald aan de hand van de daadwerkelijke verkopen per regio.

Als onderdeel van het aangaan van de CCA heeft Y in 2019 reeds ontwikkelde immateriële activa ingebracht waar in 2020 een Advance Pricing Agreement voor is overeengekomen voor de boekjaren 2019 tot en met 2023. In dat kader betaalt X aan Y sinds 2019 een inkoopvergoeding waarbij X de uiteindelijke gerechtigheid tot de immateriële activa in de regio van X verkrijgt van Y. Deze betaling is gerelateerd aan de omzet van X en wordt betaald gedurende een bepaalde periode. Door het aangaan van de CCA heeft X het recht verkregen om producten die onder de immateriële activa vallen, te produceren, verkopen, gebruiken, distribueren en anderzijds te marketen, ondersteunen en te exploiteren in de regio van X.

X verzoekt om een verlenging van de eerder overeengekomen Advance Pricing Agreement.

Open de ruling.

#8

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2021 tot en met 2025.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Y-groep. De Y-groep is actief in de dienstverlenende sector. Y is gevestigd buiten de Europese Unie en maakt ook onderdeel uit van de Y-groep. X en Y verrichten beide zowel routinematige als hoogwaardige functies ten aanzien van de onderneming van X. X is zelfstandig verantwoordelijk voor de eigen onderneming, maar ontvangt in dit kader wel strategische en hoogwaardige diensten van Y. Vanwege de sterke verwevenheid van de activiteiten van X en Y betreft het verzoek een verdeling van de restwinst op basis van de Residual Profit Split Methode.

Het verzoek is buiten behandeling gesteld.

Open de ruling.

#9

Aanleiding: X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van de Y-groep. De Y-groep is een internationaal concern actief in de industriële sector. X is de enige entiteit van de Y-groep die is gevestigd in Nederland. Z fungeert als hoofdkantoor van de Y-groep en is gevestigd in land A, een lidstaat van de Europese Unie. X houdt zich bezig met financieringsactiviteiten binnen het concern. X trekt externe geldleningen aan en leent deze door aan Z. De renteontvangsten en -betalingen lopen zowel fiscaal als commercieel door de winst- en verliesrekening van X. X loopt contractueel een debiteurenrisico ten aanzien van uitstaande geldleningen. X heeft één medewerker in dienst die zich bezig houdt met administratieve werkzaamheden.

X verzoekt om zekerheid vooraf ten aanzien van een kostengerelateerde beloning voor haar
financieringsactiviteiten.

Open de ruling.

#10

Aanleiding: X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2021 tot en met 2025, met een rollback voor het boekjaar 2020, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2019.

Feiten: X is een in Nederland gevestigde entiteit en maakt onderdeel uit van de Y-groep. De Y-groep is actief in de handelssector. Z is gevestigd buiten Europa en maakt ook onderdeel uit van de Y-groep.

Z verricht de belangrijkste kernfuncties van de Y-groep waaronder onderzoek en ontwikkeling. De immateriële activa van de Y-groep zijn eigendom van Z. Voorts draagt Z de belangrijkste ondernemersrisico's en functioneert als de principaal binnen de groep.

X opereert als het Europese hoofdkantoor van de Y-groep. X is master distributor voor de EMEA regio en daarnaast is X verantwoordelijk voor de distributie en verkoop van bepaalde producten in het door Z aangewezen territorium. Bij de uitoefening van haar activiteiten draagt X beperkte risico’s.

X behaalt omzet uit transacties met bepaalde groepsmaatschappijen gevestigd in laagbelastende staten. Deze omzet is minder dan 30% van de totale omzet die X behaalt met de bovengenoemde activiteiten.

Open de ruling.

#11

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over de hoogte van haar aan te geven beloning voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van een netwerk van ongelieerde lichamen. Dit netwerk van ongelieerde lichamen is actief in de dienstverlenende sector. X is opgericht als cost pooling vennootschap om deel uit te maken van een cost sharing arrangement voor de ontwikkeling van immateriële activa.

De daadwerkelijke (door)ontwikkeling van deze immateriële activa vindt plaats door personeel dat werkzaam is voor het netwerk van ongelieerde lichamen. Gedurende de (door)ontwikkeling is X juridisch eigenaar van de immateriële activa. Het economische eigendom van de immateriële activa is altijd van de tot het netwerk behorende ongelieerde lichamen. Nadat X alle uitgaven ten behoeve van de (door)ontwikkeling van de immateriële activa heeft gepoold, wordt het juridische eigendom overgedragen.

Y is een vennootschap gevestigd in een staat buiten de Europese Unie. X is voornemens het juridisch eigendom van bepaalde immateriële activa over te dragen aan Y.

De gevraagde zekerheid vooraf ziet op de vergoeding voor de dienstverlenende activiteiten van X aan het netwerk van ongelieerde lichamen en de overdracht van het juridisch eigendom van bepaalde immateriële activa door X aan Y.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#12

Aanleiding: X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2016 tot en met 2021. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van de X-groep. De X-groep is een internationaal opererende groep in de industriële sector en acteert als een zelfstandige divisie van de Z-groep. Er zijn wereldwijd ongeveer 1.000 FTE werkzaam voor de X-groep. X houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en verkoop van bepaalde producten. X is onder andere verantwoordelijk voor de groepsstrategie, onderzoek en ontwikkeling, en distributie van de producten. X is eigenaar van immateriële activa en draagt de belangrijkste ondernemersrisico’s.

Y, een groepsmaatschappij gevestigd buiten de Europese Unie, fabriceert en verkoopt bepaalde producten aan klanten in een bepaald territoriaal gebied. Hierbij is Y zelf verantwoordelijk voor het ontwikkelen van klantrelaties en het bepalen van de passende verkoopstrategie. Ten aanzien van de productie is Y tevens verantwoordelijk om producten aan te passen als gevolg van lokale voorkeuren en lokale wet- en regelgeving. In haar productieproces maakt Y gebruik van immateriële activa die door X aan Y ter beschikking zijn gesteld (licentie). Tevens verkoopt Y bepaalde door X geleverde (semi)afgewerkte producten aan klanten binnen haar territoriaal gebied. Y loopt bij de uitoefening van haar productie- en verkoopactiviteiten beperkte risico’s.

De gevraagde zekerheid vooraf heeft betrekking op een arm’s-lengthbeloning voor (i) de productieactiviteiten die Y verricht, (ii) de verkoopactiviteiten die Y verricht en (iii) de vergoeding die aan X toekomt voor het ter beschikking stellen van immateriële activa aan Y.

Open de ruling.

#13

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2021 tot en met 2026. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met boekjaar 2021.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Y-groep. De Y-groep is actief in de industriële sector. Y is gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie en maakt ook onderdeel uit van de Y-groep. X en Y verrichten beide zowel routinematige als hoogwaardige functies ten aanzien van de onderneming van X. X is zelfstandig verantwoordelijk voor de eigen onderneming, maar ontvangt in dit kader wel de producten, alsook strategische en hoogwaardige diensten van Y. Y heeft een distributiecontract gesloten met X voor de verkoop van producten en gerelateerde diensten aan klanten in een bepaald territoriaal gebied.

Het verzoek is buiten behandeling gesteld.

Open de ruling.

#14

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten: X is een vennootschap die behoort tot de Y-groep. De Y-groep houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en distributie van bepaalde producten. X houdt zich voor gelieerde ondernemingen binnen en buiten Europa bezig met warehouseactiviteiten en distributieactiviteiten.

De warehouseactiviteit heeft betrekking op de opslag van goederen voor rekening en risico van gelieerde ondernemingen (die optreden als ondernemers). X houdt zich hierbij onder andere bezig met laden en lossen van goederen, opslaan en beheren van voorraden alsmede het verzamelen van orders voor verzending. X draagt beperkte risico’s en heeft geen waardevolle activa.

X houdt zich ook bezig met de distributie van producten aan derde partijen in de exportregio’s waar de groep geen distributeurs heeft. X functioneert binnen de richtlijnen, het beleid en de procedures die zijn vastgesteld door de relevante gelieerde ondernemingen. X draagt beperkte risico’s en heeft geen waardevolle activa.

Open de ruling.

#15

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2024 tot en met 2028, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2023.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van de Y-groep. De Y-groep is een internationaal concern actief in de industriële sector. X is de enige entiteit van de Y-groep die is gevestigd in Nederland. Z fungeert als hoofdkantoor van de Y-groep en is gevestigd in land A, een lidstaat van de Europese Unie. X houdt zich bezig met financieringsactiviteiten binnen het concern. X trekt onder garantie van Z externe geldleningen aan en leent die uitsluitend door aan Z. De renteontvangsten en -betalingen lopen zowel fiscaal als commercieel door de winst- en verliesrekening van X. De debiteurenrisico’s van X ten aanzien van uitstaande geldleningen zijn beperkt. X heeft één medewerker in dienst die zich bezig houdt met administratieve werkzaamheden.

X verzoekt om zekerheid vooraf ten aanzien van een kostengerelateerde beloning voor haar
financieringsactiviteiten.

Open de ruling.

#16

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2017 tot en met 2024.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van het Z-concern. Het Z- concern is een wereldwijd opererend concern en is actief in de dienstverlenende sector. Y is het hoofdkantoor en is gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie. X en Y bezitten beide een immaterieel activum. X betaalt een royalty aan Y voor het gebruik van het immaterieel activum waarvan Y de eigenaar is. Daarnaast verricht X limited risk distributor diensten (LRD diensten) voor Y. Buitenlandse groepsmaatschappijen verrichten LRD diensten ten behoeve van X. Een aantal buitenlandse groepsmaatschappijen verleent tevens diverse ondersteunende diensten aan X.

De gevraagde zekerheid vooraf ziet op de volgende transacties:
• Het beschikbaar stellen van immaterieel activum door Y aan X;
• Het leveren van LRD diensten door X aan Y;
• Het leveren van LRD diensten door buitenlandse groepsmaatschappijen aan X;
• Het leveren van diverse ondersteunende diensten door buitenlandse
groepsmaatschappijen aan X.

Het verzoek is buiten behandeling gesteld.

Open de ruling.

Innovatiebox

#17

Aanleiding: X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2019 tot en met 2026. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

Feiten: X is een dienstverlenende onderneming met [1 - 10] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 1 miljoen - € 5 miljoen]. Deze omzet wordt deels behaald met eigen softwareproducten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.

X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Sales, Service & Maintenance, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2019 tot en met 2021 gemiddeld [< 5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [1 – 5] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D- werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [> 15%] van de omzet.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#18

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2017 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2016. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021

Feiten: X is een industriële onderneming met [151 – 300] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 51 miljoen - € 150 miljoen]. Deze omzet wordt deels behaald met eigen (gepatenteerde) productielijnen waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. X behaalt omzet met transacties met een entiteit in een laagbelastende jurisdictie, maar dat is minder dan 30% van de omzet waar het verzoek om vooroverleg op ziet.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.

X is entrepreneur en eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor jaarlijks WBSO-verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2022 gemiddeld [20.000 – 50.000] toegekende en gerealiseerde WBSO-uren per jaar. Bij de WBSO-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [21 – 50] R&D- medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 1,1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [< 5%] van de omzet.

De succesvol afgeronde WBSO-projecten hebben voor een gedeelte van de producten(lijnen) geleid tot meerdere aangevraagde en verleende patenten. Weliswaar zijn voor alle productlijnen S&O-verklaringen verkregen, doch slechts voor twee van de vijf productlijnen zijn ook patenten aangevraagd en verkregen. De patenten zien in hoofdzaak op producttechnologie en incidenteel op procestechnologie.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#19

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een industriële onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 1 miljoen - € 5 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen producten waarin technologie op het gebied van hard- en software is verwerkt die is ontwikkeld door X.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2018 tot en met 2022 gemiddeld [10.000 – 20.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O- activiteiten zijn over diezelfde periode gemiddeld [11 – 20] R&D-medewerkers betrokken.Daarnaast heeft X over de periode 2018 tot en met 2022 gemiddeld jaarlijks [€ 0,5 miljoen - € 1 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [> 15%] van de omzet.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#20

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2020 tot en met 2026. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

Feiten: De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. Y is een dienstverlenende onderneming met [11 – 25] personeelsleden in Nederland, en met een jaarlijkse omzet van [€ 1,1 miljoen - € 5 miljoen]. Y opereert zelfstandig ten opzichte van X.

X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%). Daarnaast heeft X R&D-werkzaamheden uitbesteed aan een gelieerde vennootschap. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.

Y is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Y heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence, Professional Services & Support en Research & Development. In dat kader beschikt Y over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort in de vorm van programmatuur waarvoor S&O- verklaringen worden verkregen met over de periode 2020 tot en met 2022 gemiddeld [5.000 – 10.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [11 – 20] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 0,5 miljoen - € 1 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [> 15%] van de omzet.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#21

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2017 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2016. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

Feiten: X is een agrarische onderneming met [76 - 150] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 16 miljoen - € 50 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot productie en service & distributie) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2019 tot en met 2021 gemiddeld [20.000 – 50.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [11 – 20] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 1,1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [5% - 10%] van de omzet.

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere aangevraagde en verleende kwekersrechten.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#22

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2023 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een industriële onderneming met [151 – 300] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 301 miljoen - € 500 miljoen]. Deze omzet wordt deels behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappijen Y en Z, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot administratieve activiteiten) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence, Inkoop & Productie en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2018 tot en met 2022 gemiddeld [5.000 – 10.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over diezelfde periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Na 2022 worden geen S&O-uren meer aangevraagd. Daarnaast heeft X over de periode 2018 tot en met 2022 gemiddeld jaarlijks [< € 0,5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [< 5%] van de omzet.

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere verleende patenten. De patenten zien in hoofdzaak op procestechnologie.

X is voor haar specifieke marktgebied een van de Europese marktleiders. Het succes laat zich ook afmeten aan een structurele winstgevendheid van de onderneming.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#23

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2017 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

Feiten: X is een industriële onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 16 miljoen - € 50 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen (deels gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door dochtermaatschappij Y. Daarnaast wordt door andere in de fiscale eenheid gevoegde dochtermaatschappijen omzet behaald met (niet voor de innovatiebox kwalificerende) dienstverlenende activiteiten en handelsactiviteiten waarbij producten van derden worden ingekocht en verkocht, welke activiteiten voor het verzoek om vooroverleg buiten beschouwing blijven.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2016 tot en met 2021 gemiddeld [< 5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D- werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [5% - 10%] van de omzet.

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot een verleend patent, dat betrekking heeft op producttechnologie.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

Heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen en wil je deze in het vervolg zelf direct ontvangen? Of wil je ook de nieuwsbrief met nieuwe kennisgroepstandpunten ontvangen? Abonneer via onderstaande knop!

Abonneer!
Uitschrijven   |   Beheer je abonnement


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.