7 december 2023 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten
Deze week zijn er 12 nieuwe samenvattingen van rulings gepubliceerd. Het betreft 4 advance tax rulings, 2 advance pricing agreements, 5 innovatiebox rulings, en 1 overige ruling.

Deze week 12 nieuwe rulings. Ruling #4 betreft zekerheid vooraf over de toepassing van artikel 8bd van de Wet Vpb bij het verplaatsen van de feitelijke leiding van een entiteit naar Nederland, waardoor de entiteit inwoner wordt van Nederland. Kennelijk is er geen sprake van afrekening in het andere land ten aanzien van de verplaatsing van de feitelijke leiding. Artikel 8bd is niet van toepassing. Er wordt verwezen naar de parlementaire geschiedenis, maar naar mijn mening blijkt het ook duidelijk uit de tekst van de wet.

Ruling #12 gaat over verdragsbescherming voor een vrijgestelde entiteit (staat) die via een Nederlandse BV Nederlands onroerend goed bezit.

Dank voor het lezen!

Advance Tax Rulings

#1

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van belastingplicht voor de conditionele bronbelasting op dividenden. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie (EU), welke actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland maakt het concern al langer gebruik van een houdster- en financieringsplatform voor diverse door haar bestuurde investeringsfondsen. In Nederland worden door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door [26 - 75] werknemers.

De lidmaatschapsrechten in X worden gehouden door Y, een vennootschap feitelijk gevestigd in een staat buiten de EU waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten (verdragsland A). Y wordt gehouden door twee buitenlandse samenwerkingsverbanden opgericht naar het recht van een staat buiten de EU.

Verdragsland A is geen laagbelastende jurisdictie. Y heeft geen vaste inrichting in een laagbelastende jurisdictie waaraan voordelen kunnen worden toegerekend. Y wordt in geen van de betrokken landen aangemerkt als een transparante entiteit en heeft dus geen hybride karakter. Y is actief betrokken bij de werkzaamheden van onder andere X.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Open de ruling.

#2

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2024.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de industriële sector. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [26 - 75] werknemers.

X houdt aandelen in verschillende vennootschappen opgericht naar het recht van en gevestigd in landen binnen en buiten de Europese Unie.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#3

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028, in vervolg op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een Nederlands concern met een hoofdkantoor in Nederland, welke actief is in de dienstverlenende sector. Het concern heeft [1 - 10] werknemers in Nederland.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X, heeft professionele kennis en ervaring, is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#4

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de deelnemingsvrijstelling en over de vraag of artikel 8bd van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 buiten toepassing kan blijven. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar buitenlands recht en feitelijk gevestigd in een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten (verdragsland B). X behoort tot een internationaal opererend concern in de dienstverlenende sector met bedrijfseconomische operationele activiteiten in Nederland en beschikt over substantiële personele aanwezigheid in Nederland.

X is de tophoudster en voornemens haar feitelijke leiding naar Nederland te verplaatsen vanwege zakelijke overwegingen. X is actief betrokken bij het aansturen van haar (in)directe deelnemingen. X gaat een belang houden in een nog op te richten vennootschap D, opgericht naar het recht van en gevestigd in een staat buiten de Europese Unie. De activiteiten van D liggen in het verlengde van de activiteiten van het concern.

Open de ruling.

Advance Pricing Agreements

#5

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2021 tot en met 2025.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Z-groep. De Z-groep is onder meer actief in de industriële sector. Binnen de Z-groep maakt X onderdeel uit van de Y-groep. Voor de Europese markt is de Y-groep als 100% onderdeel van de Z-groep actief in de industriële sector. Y is gevestigd in Europa en maakt ook onderdeel uit van de Y-groep.

Y verricht de belangrijkste kernfuncties van de Y-groep zoals onderzoek en ontwikkeling, sales en marketing, en verkoopt gerelateerde producten aan klanten. Y is de eigenaar van alle immateriële activa van de Y-groep en draagt alle gerelateerde kosten. Voorts draagt Y de belangrijkste ondernemersrisico’s en functioneert als de principaal binnen de Y-groep.

Y heeft een contract gesloten met X voor de productie van door Y verkochte producten. X produceert uitsluitend voor Y. X verzorgt de productie in consignatie namens Y, op specificatie van Y en in de door Y gevraagde hoeveelheid. X is geen eigenaar van waardevolle immateriële activa. X draagt slechts beperkt marktrisico en beperkt debiteurenrisico.

De gevraagde zekerheid vooraf ziet op de arm’s-lengthbeloning voor de productie-activiteiten door X ten behoeve van Y.

Open de ruling.

#6

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en behoort tot de Z-groep. De Z-groep is actief in de dienstverlenende sector. Z is gevestigd buiten de Europese Unie en functioneert als het hoofdkantoor van de Z-groep. Z verleent diensten aan klanten wereldwijd.

X houdt zich bezig met dienstverlenende activiteiten binnen het concern. Deze dienstverlenende activiteiten zien onder andere op de ondersteuning van Z op het gebied van het ontwikkelen van diensten en het bijwerken en onderhouden van documentatie die door Z wordt verkocht. Daarnaast is X verantwoordelijk voor het factureren en innen van gelden voor rekening en risico van Z en levert zij gerelateerde administratieve diensten.

X loopt bij de uitoefening van deze activiteiten nagenoeg geen risico’s.

Open de ruling.

Innovatiebox

#7

Aanleiding: X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor de toepassing van de innovatiebox over de periode 2021 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2020. De aangifte vennootschapsbelasting over 2021 is reeds ingediend.

Feiten: X is een dienstverlenende onderneming met [76 – 150] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 16 miljoen - € 50 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen
ontwikkelde software en deels met dienstverlening en met de verkoop van hardware die wordt ingekocht van derden.

X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten en diensten van X wereldwijd verkopen. Daarnaast heeft X in de jaren 2019 tot en met 2022 R&D-werkzaamheden uitbesteed aan een gelieerde vennootschap.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot Support, Logistiek en Trainingen) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Projecten & Installaties, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2018 tot en met 2022 gemiddeld [5.000 – 10.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [11 – 20] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 1,1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [> 15%] van de kwalificerende omzet.

X is voor haar specifieke marktgebied een van de marktleiders in Nederland. Het succes laat zich ook afmeten aan een structureel hoge winstgevendheid van de onderneming en het feit dat X gedurende de afgelopen jaren sterk is gegroeid en nu ook de internationale markt op gaat.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#8

Aanleiding: X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor de toepassing van de innovatiebox over de periode 2021 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2020. De aangifte vennootschapsbelasting over 2021 is reeds ingediend.

Feiten: X is een industriële onderneming met [11 – 25] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 1 miljoen - € 5 miljoen]. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#9

Aanleiding: X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een dienstverlenende onderneming met [> 1.000] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ > 1.000 miljoen].

X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De producten van X worden wereldwijd verkocht. De aandelen in X worden gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Research & Development vormt voor X een functie met routinematige kenmerken, die primair is gericht op informatietechnologie. Wel brengt X jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2018 tot en met 2021 jaarlijks gemiddeld [> 50.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [> 50] medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [> € 10 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de kostengerelateerde methode.

Open de ruling.

#10

Aanleiding: X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2021 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2020. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

Feiten: X is een dienstverlenende onderneming met [1 – 10] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 1 miljoen - € 5 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.

De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse
moedermaatschappij. X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader verricht X R&D-activiteiten en brengt herhaaldelijk immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2018 tot en met 2022 gemiddeld [< 5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [1 – 5] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [< 0,5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [> 15%] van de omzet.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de per-activummethode.

Open de ruling.

#11

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2020 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2019.

Feiten: X is een industriële onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 1 miljoen - € 5 miljoen]. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode. De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

Overige rulings

#12

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of X als vrijgestelde organisatie kwalificeert in de zin van het relevante belastingverdrag en ten aanzien van haar Nederlandse inkomsten verdragsvoordelen geniet.

Feiten: X is ingesteld op basis van lokale wetgeving van een land buiten de Europese Unie waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten (verdragsland A). X is onderdeel van verdragsland A, beschikt over verordenende bevoegdheid en verricht een publieke taak van verdragsland A waarmee niet in concurrentie wordt getreden. X is onderworpen aan winstbelasting in verdragsland A maar geniet een vrijstelling.

X investeert direct of indirect in Nederland gelegen vastgoed. Deze investeringen betreffen het rendabel maken van vermogen op een wijze die gezien wordt als normaal vermogensbeheer. Bij een indirecte investering zal een in Nederland gevestigde dochtermaatschappij van X investeren in Nederlands vastgoed.

De inspecteur heeft eenzijdig een standpunt ingenomen en gecommuniceerd. Partijen sluiten alsnog een vaststellingsovereenkomst met inachtneming van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter.

Open de ruling.

Heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen en wil je deze in het vervolg zelf direct ontvangen? Of wil je ook de nieuwsbrief met nieuwe kennisgroepstandpunten ontvangen? Abonneer via onderstaande knop!

Abonneer!
Uitschrijven   |   Beheer je abonnement


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.