26 oktober 2023 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten
Deze week zijn er 13 nieuwe samenvattingen van rulings gepubliceerd. Het betreft 7 advance tax rulings, 2 advance pricing agreements, 4 innovatiebox rulings, en 0 overige rulings.

Deze week 13 nieuwe rulings.

 

Ruling #4 gaat over de toepassing van de inhoudingsvrijstelling en de objectieve toets of de ondernemingstoets. Het feitenpatroon is wat complex. Maar gelukkig, alle aandeelhouders drijven een "materiële onderneming (waaronder bijvoorbeeld een tophoudster)" en het belang is toerekenbaar aan die onderneming. Het bestaan van die ondernemingen (drie in totaal) en de toerekenbaarheid van het belang aan die ondernemingen is weggeschreven als een feitelijkheid.

 

Wat mij betreft zijn feitelijkheden punten die geen nadere analyse vereisen. Als het bestaan van een onderneming en de toerekenbaarheid van het belang aan die onderneming een feitelijkheid is, dan acht ik het vrij zinloos een ruling aan te vragen. Het is dan duidelijk dat de inhoudingsvrijstelling kan worden toegepast. Er lijkt dan wat mij betreft of sprake van verspilling van publieke middelen, of een oversimplificering van het feitenpatroon, waardoor het publiceren van dergelijke rulings niet daadwerkelijk leidt tot transparantie.

 

Ruling #6 betreft - als ik het goed begrijp - een US S-Corp-structuur. Helaas is het verzoek ingetrokken. Het betrof de impact van hybriditeit van een Nederlandse BV door een check-the-box-election.

 

Dank voor het lezen!

Advance Tax Rulings

#1

 

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met het boekjaar 2023.

 

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie, dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland maakt het concern al langer gebruik van een houdster- en financieringsplatform voor diverse door haar bestuurde investeringsfondsen.

 

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en ervaring om de investeringen actief te managen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. De activiteiten worden uitgeoefend door [1 – 10] werknemers in Nederland.

 

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

 

Open de ruling.

#2

 

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de afwezigheid van een vaste inrichting in Nederland voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

 

Feiten: Volgens het verzoek is X een besloten commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. Het doel van X is om investeerders samen te brengen (poolen) om zodoende kapitaal te investeren. De beherend vennoot van X is een besloten vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en ook feitelijk in Nederland gevestigd. De groep is actief in de dienstverlenende sector.

 

X is onderdeel van een concern dat bedrijfseconomische operationele activiteiten uitoefent in Nederland. X oefent geen activiteiten uit in Nederland die het beleggingscriterium ontstijgen.

 

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigdheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

 

Open de ruling.

#3

 

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028.

 

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie, dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland maakt het concern al langer gebruik van een houdster- en financieringsplatform voor diverse door haar bestuurde investeringsfondsen.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en ervaring om de investeringen actief te managen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. De activiteiten worden uitgeoefend door [1 – 10] werknemers in Nederland.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Open de ruling.

#4

 

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de toepassing van de inhoudingsvrijstelling voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, volgend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

 

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de dienstverlenende sector. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [151 - 300] werknemers.

Het belang in X wordt gehouden door A, B en C, allen vennootschappen opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een staat buiten de Europese Unie (EU) waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten dat voorziet in een regeling voor dividenden (verdragsland A). A en B treden op als hoofdkantoor. A, B en C drijven een materiële onderneming. De aandelen van X kunnen worden toegerekend aan het ondernemingsvermogen van A, B en C.

A houdt (in)direct het meerderheidsbelang in X. B houdt (in)direct een aanmerkelijk belang in X. A en B houden gezamenlijk grotendeels de aandelen in C. C houdt een belang van minder dan 5% in X.

Het belang in A en B wordt gehouden door natuurlijke personen. Het resterende belang in C wordt gehouden door (dezelfde) natuurlijke personen. De natuurlijke personen zijn inwoner van staten binnen en buiten de EU.

Open de ruling.

#5

 

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028, aansluitend op
een eerdere afspraak tot en met het boekjaar 2023.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie, dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland maakt het concern al langer gebruik van een houdster- en financieringsplatform voor diverse door haar bestuurde investeringsfondsen.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en ervaring om de investeringen actief te managen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. De activiteiten worden uitgeoefend door [1 – 10] werknemers in Nederland.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Open de ruling.

#6

 

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over toepassing van de hybridemismatchmaatregelen voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

 

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de industriële sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen. De activiteiten worden uitgeoefend door [26 - 75] werknemers in Nederland.

Q, een vennootschap opgericht naar het recht van en gevestigd in een staat buiten de Europese Unie (staat A) is de tophoudster van het concern en de indirecte moedermaatschappij van X. De aandelen in X worden voor 100% gehouden door Q via D en KD. Q houdt naast de aandelen in D, KD en X ook alle aandelen in Y. Y houdt op haar beurt weer alle aandelen in Z. D, KD, Y en Z (de groepsvennootschappen) zijn vennootschappen opgericht naar het recht van en gevestigd in staat A.

De aandelen in Q worden volledig gehouden door natuurlijke personen die allen fiscaal inwoner zijn van staat A.

Q, X, en de groepsvennootschappen zijn onderdeel van een consolidatieregime. Voor fiscale doeleinden van staat A worden Q, X, en de groepsvennootschappen als transparante lichamen aangemerkt. Het resultaat van Q, X, en de groepsvennootschappen wordt toegerekend aan de natuurlijke personen die participeren in Q. Q, X en de groepsvennootschappen worden voor Nederlandse fiscale doeleinden als niet-transparante lichamen aangemerkt.

X koopt voorraad en inventaris van (een van) de groepsvennootschappen en betaalt daarvoor een vergoeding aan (een van) de groepsvennootschappen. X verkoopt deze producten vervolgens aan derden.

Daarnaast verkoopt X producten aan Z. Z betaalt daarvoor een vergoeding aan X. Z verkoopt deze producten vervolgens aan derden. Hiervoor maakt X operationele kosten in het kader van haar bedrijfsvoering en doet daarvoor betalingen aan derden.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#7

 

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met het boekjaar 2023.

 

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie, dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland maakt het concern al langer gebruik van een houdster- en financieringsplatform voor diverse door haar bestuurde investeringsfondsen.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en ervaring om de investeringen actief te managen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. De activiteiten worden uitgeoefend door [1 – 10] werknemers in Nederland.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Open de ruling.

Advance Pricing Agreements

#8

 

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

 

Feiten: X is het buiten de Europese Unie gevestigde hoofdkantoor van de Z-groep. De Z-groep is een internationaal opererende groep die zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie en distributie van bepaalde producten in de industriële sector.

X verricht de belangrijkste kernfuncties van de groep zoals het strategisch management, productontwikkeling, productie, marketing en distributie. X is de eigenaar van de belangrijkste immateriële activa van de groep en draagt de belangrijkste ondernemersrisico’s.

X heeft gesteld dat er een vaste inrichting is in Nederland. De vaste inrichting verricht activiteiten gerelateerd aan de naleving van regelgeving met betrekking tot de distributie van producten in Europa. De omzet gerelateerd aan de distributie van de producten wordt geadministreerd in de boeken van de vaste inrichting, maar de vaste inrichting oefent geen verkoopfuncties uit. De activiteiten van de vaste inrichting bestaan uit goederenadministratie, zorg dragen voor juridische documentatie en optreden als aanspreekpunt voor bepaalde overheidsautoriteiten. De vaste inrichting voert deze activiteiten uit onder aansturing en regie van X. De vaste inrichting draagt daarbij beperkte risico’s en heeft geen waardevolle immateriële activa.

Naast de vaste inrichting heeft de Z-groep ook een vennootschap die operationele activiteiten uitoefent in Nederland. Dit was onder andere de reden om de vaste inrichting van X in Nederland te registreren.

De gevraagde zekerheid vooraf heeft betrekking op de arm's-lengthbeloning voor de ondersteunende activiteiten verricht door de vaste inrichting ten behoeve van X.

Open de ruling.

#9

 

Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

 

Feiten: X is gevestigd in Nederland en behoort tot een multinationale groep die actief is in de industriële sector. Y is het hoofdkantoor van de multinationale groep en is gevestigd buiten de Europese Unie.

De voornaamste taak van X is het verlenen van engineering diensten. X voert deze activiteiten uit in opdracht van Y. Voorts oefent Y kernfuncties uit, draagt de belangrijkste ondernemersrisico’s en bezit de gerelateerde (im)materiële activa. X is geen eigenaar van waardevolle immateriële activa en draagt slechts beperkte risico’s. De activiteiten van X bevinden zich in een opstartfase.

De zekerheid vooraf heeft betrekking op de arm's-lengthbeloning voor de engineering activiteiten
van X.

Open de ruling.

Innovatiebox

#10

 

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

 

Feiten: X is een industriële onderneming met [> 1.000] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [> € 1.000 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen (gepatenteerde) producten, waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. X behaalt omzet met transacties met entiteiten in laagbelastende jurisdicties, maar dat is minder dan 30% van de omzet waar het verzoek om vooroverleg op ziet.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van een aantal Business Units. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-) directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen. Daarnaast heeft X R&D-werkzaamheden uitbesteed aan gelieerde vennootschappen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot productie en service/aftersales) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2022 gemiddeld [> 50.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [> 50] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [> € 10 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden.

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere aangevraagde en verleende patenten. Er zijn thans ook patenten in aanvraag. De patenten zien zowel op producttechnologie als op procestechnologie.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#11

 

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

 

Feiten: X is een industriële onderneming met [76 – 150] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 6 miljoen - € 15 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van haar gevoegde dochtermaatschappijen, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met een buitenlandse groepsvennootschap (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%).

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies Corporate Excellence en Research & Development (als de belangrijkste kernfunctie). In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2020 tot en met 2022 gemiddeld [> 50.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [> 50] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [> € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D- werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [> 15%] van de omzet. De R&D werkzaamheden worden nagenoeg uitsluitend gefinancierd met eigen vermogen.

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere aangevraagde en verleende patenten waarbij meerdere patenten per jaar worden verleend. Er zijn daarnaast ook enkele patenten in aanvraag. De patenten zien in hoofdzaak op producttechnologie.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om ongewijzigde toepassing van de afpelmethode, aangezien feiten en omstandigheden niet wezenlijk zijn gewijzigd ten opzichte van de voorafgaande vaststellingsovereenkomst.

Open de ruling.

#12

 

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2017 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2016. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

Feiten: X is een industriële onderneming met [301– 500] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 51 miljoen - € 150 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. Een klein gedeelte van de omzet wordt behaald met handelsactiviteiten waarbij producten van derden worden ingekocht en verkocht.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de door haar gevoegde dochtermaatschappijen, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X verricht transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot productie) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence, Inkoop en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2022 gemiddeld [10.000 – 20.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O- activiteiten zijn over die periode gemiddeld [11 – 20] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D- werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [<5%] van de omzet.

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere aangevraagde en verleende patenten. De patenten zien in hoofdzaak op producttechnologie.

Het succes laat zich ook afmeten aan een structureel hoge winstgevendheid van de onderneming en het feit dat X gedurende de afgelopen jaren sterk is gegroeid.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#13

 

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox voor de jaren 2018 tot en met 2022, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2017.

 

Feiten: X is een dienstverlenende onderneming met [501 – 1.000] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 51 miljoen - € 150 miljoen]. X heeft dochtermaatschappijen in het buitenland. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

Heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen en wil je deze in het vervolg zelf direct ontvangen? Of wil je ook de nieuwsbrief met nieuwe kennisgroepstandpunten ontvangen? Abonneer via onderstaande knop!

Abonneer!
Uitschrijven   |   Beheer je abonnement


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.