28 september 2023 Bekijk online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten
Deze week zijn er 17 nieuwe samenvattingen van rulings gepubliceerd. Het betreft 11 advance tax rulings, 1 advance pricing agreement, 5 innovatiebox rulings, en 0 overige rulings.

Deze week 17 nieuwe rulings. Ruling #12 is interessant omdat het voor mij onbegrijpelijk is. Als ik het goed begrijp worden op drie niveaus in de groep strategische beslissingen genomen. In Nederland als locatie van een hoofdkantoor (voor een bepaalde regio?). Althans ik neem aan dat een hoofdkantoorfunctie ook betrokkenheid in strategische beslissingen impliceert. Ook bij de directe aandeelhouder worden strategische belissingen gemaakt voor een bepaalde (grotere?) regio. Ten slotte worden door de indirecte aandeelhouder strategische beslissingen genomen voor de groep als geheel. Klinkt als erg veel stuurlui. 

Dank voor het lezen!

Advance Tax Rulings

#1

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een commanditaire vennootschap en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert
als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door
[11 - 25] werknemers.

Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. Het concern is actief in de dienstverlenende sector.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. De investeringen in de portfolio- vennootschappen zal X aanhouden via Z, een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid, opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

Open de ruling.

#2

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf dat artikel 8bd van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) buiten toepassing kan blijven. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 en 2024.

Feiten: X, een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd, behoort tot een internationaal concern, actief in de dienstverlenende sector. In Nederland worden door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door [> 1.000] werknemers.

Y1 en Y2, beide vennootschappen opgericht naar het recht van een staat buiten de Europese Unie (verdragsland A) houden de lidmaatschapsrechten in X. Op grond van de fiscale regels van verdragsland A worden X en Y2 aangemerkt als een fiscaal transparant lichaam. X en Y2 worden voor Nederlandse fiscale maatstaven aangemerkt als niet-transparant en derhalve zijn X en Y2 hybride entiteiten.

X ontvangt van Y1 en Y2 een kapitaalstorting in contanten (kasstorting). Verder zal X een vordering verkrijgen van Y1 en Y2 middels een kapitaalstorting (kapitaalstorting in natura). Voor beide transacties geldt dat X, Y1 en Y2 dezelfde (omreken)koers ten aanzien van de kapitaalstorting hanteren. Zowel in de civielrechtelijke vormgeving van de kapitaalstorting als in de jaarrekening van Y1, Y2 en X wordt voor beide kapitaalstortingen de waarde in het economische verkeer gehanteerd.

Open de ruling.

#3

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een commanditaire vennootschap en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door
[11 - 25] werknemers.

Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. Het concern is actief in de dienstverlenende sector.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. De investeringen in de portfolio- vennootschappen zal X aanhouden via Z, een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid, opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

Open de ruling.

#4

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een Nederlands concern met een hoofdkantoor in Nederland, welke actief is in de dienstverlenende sector. Het concern heeft [1-10] werknemers in Nederland.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X, heeft professionele kennis en ervaring, is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Er zijn geen in het buitenland wonende natuurlijke personen met een direct of indirect belang van 5% of meer in X.

Open de ruling.

#5

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de deelnemings- vrijstelling. Men wenst zekerheid vooraf voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de handelssector. X treedt op als houdstervennootschap. X houdt diverse deelnemingen, waaronder deelnemingen in landen buiten de Europese Unie (EU). X heeft [1 - 10] werknemers in Nederland.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#6

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een commanditaire vennootschap en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert
als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door
[11 - 25] werknemers.

Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. Het concern is actief in de dienstverlenende sector.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. De investeringen in de portfolio- vennootschappen zal X aanhouden via Z, een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid, opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

Open de ruling.

#7

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een commanditaire vennootschap en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door
[11 - 25] werknemers.

Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. Het concern is actief in de dienstverlenende sector.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. De investeringen in de portfolio- vennootschappen zal X aanhouden via Z, een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid, opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

Open de ruling.

#8

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de deelnemingsvrijstelling. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X is de tophoudster van een internationaal opererend concern actief in de industriële sector. X is actief in de aansturing van het concern als geheel. In Nederland worden door de
tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door [301 - 500] werknemers.

X houdt onder andere (in)direct alle aandelen in Y. Y is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie. De activiteiten van Y liggen in het verlengde van de werkzaamheden van de groep in haar geheel.

Open de ruling.

#9

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de deelnemings- vrijstelling. Men wenst zekerheid vooraf voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de handelssector. X treedt op als houdstervennootschap. X houdt diverse deelnemingen, waaronder deelnemingen in landen buiten de Europese Unie (EU). X heeft [1 - 10] werknemers in Nederland.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#10

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschaps- belasting en de inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2023.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de industriële sector. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [> 1.000] werknemers.

X vervult een hoofdkantoorfunctie.

Y, de directe aandeelhouder van X, is een vennootschap opgericht naar het recht van een laagbelastende jurisdictie en feitelijk gevestigd in een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten dat voorziet in een regeling voor dividenden (verdragsland A). Verdragsland A is niet opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden. Y is volledig onderworpen aan de vennootschapsbelasting in verdragsland A. Y heeft een wezenlijke functie in de groep.

De strategische beslissingen van (het Europees deel van) de groep worden op het niveau van Y genomen.

Z, de directe aandeelhouder van Y, is een vennootschap opgericht naar het recht van een laagbelastende jurisdictie en feitelijk gevestigd in verdragsland A. Z is een joint venture tussen een beursgenoteerde vennootschap in verdragsland A en een staatsbedrijf in een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft. Z vervult een hoofdkantoorfunctie. Z neemt strategische beslissingen ten aanzien van de groep.

Er zijn geen in het buitenland wonende natuurlijke personen met een direct of indirect belang van 5% of meer in X.

Open de ruling.

#11

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten: X en Y zijn nieuw opgerichte coöperaties naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X en Y behoren tot een Nederlands concern met een hoofdkantoor in Nederland, dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X, Y en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen. De activiteiten worden uitgeoefend door [1 - 10] werknemers in Nederland.

Het doel van X en Y is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en Y, heeft professionele kennis en ervaring, is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. X en Y hebben eigen kantoorruimte ter beschikking.

X en Y zullen geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeel­ bewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X of Y slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X of Y. X en Y zullen de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Open de ruling.

Advance Pricing Agreements

#12

Aanleiding: X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2016 tot en met 2020.

Feiten: X is een vennootschap gevestigd in Nederland en behoort tot de Z-groep. Het wereldwijde hoofdkantoor van de Z-groep is gevestigd buiten Europa. De Z-groep is actief in de dienstverlenende sector.

De Z-groep is binnen Europa actief in diverse landen, waarbij X fungeert als het regionale hoofdkantoor. Y is een vennootschap gevestigd buiten Nederland, in Europa, en verantwoordelijk voor verkoopondersteuning ten behoeve van X.

Er wordt zekerheid gevraagd over de zakelijkheid van de beloning voor de verkoopondersteunende activiteiten van Y.

Open de ruling.

Innovatiebox

#13

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft (mede namens Y) een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2020 tot en met 2025. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2020.

Feiten: De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de (tot en met 31 december 2020 gevoegde) dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. Y is een dienstverlenende onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 6 miljoen - € 15 miljoen]. De omzet wordt behaald met zelf ontwikkelde programmatuur, alsmede met wederverkoop van programmatuur van derden. Met ingang van 2021 wordt Y ontvoegd uit de fiscale eenheid. Dit resulteert overigens niet in relevante wijzigingen in het feitencomplex met betrekking tot toepassing van de innovatiebox.

X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%). De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.

Y is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Y heeft ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence, Professional Service & Support en Research & Development. In dat kader beschikt Y over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2019 tot en met 2022 gemiddeld [< 5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [11 – 20] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft Y over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [11% - 15%] van de omzet.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Open de ruling.

#14

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2020 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2019. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2021.

Feiten: X is een industriële onderneming met [11 – 25] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 6 miljoen - € 15 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. Een gedeelte van de omzet wordt behaald met activiteiten waarbij producten worden verkocht die geen verband houden met S&O-projecten.

De fiscale eenheid X verricht transacties met een buitenlandse groepsvennootschap (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die de producten van X in haar thuismarkt verkoopt.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Productie, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2018 tot en met 2022 gemiddeld [< 5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar.
Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [< € 0,5 miljoen] uitgegeven aan R&D- werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [< 5%] van de omzet.

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere aangevraagde en verleende patenten. De patenten zien in hoofdzaak op product technologie. S&O geldt als de leidende factor binnen de onderneming van X.

X is voor haar specifieke marktgebied één van de marktleiders. Het succes laat zich ook afmeten aan een structureel hoge winstgevendheid van de onderneming en het feit dat X gedurende de afgelopen jaren is gegroeid.

In het verzoek om vooroverleg wordt in eerste instantie verzocht om ongewijzigde toepassing van de afpelmethode, aangezien feiten en omstandigheden niet wezenlijk zijn gewijzigd ten opzichte van de voorafgaande vaststellingsovereenkomst. In de loop van het vooroverlegtraject verandert dit uitgangspunt, omdat X thans aangeeft met ingang van het boekjaar 2024 géén S&O-uren meer aan te zullen vragen.

Open de ruling.

#15

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor aanpassing van de gemaakte afspraken voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2021 tot en met 2023. De aangiften vennootschapsbelasting zijn ingediend tot en met 2021.

Feiten: X is een dienstverlenende onderneming met [26 - 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 6 miljoen - € 15 miljoen]. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern.

X heeft een tweetal dochtermaatschappijen in het buitenland, waaronder een vennootschap waaraan een gedeelte van de R&D-activiteiten wordt uitbesteed. In 2020 is X overgenomen door een grote buitenlandse onderneming en maakt sedertdien derhalve onderdeel uit van internationaal concern. De overname heeft grote gevolgen gehad voor haar bedrijfsvoering. X is en blijft weliswaar entrepreneur en eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa, maar de Research & Development functie wordt sinds 2021 geheel uitbesteed (middels contract- R&D) aan een gelieerde groepsmaatschappij. Er wordt met ingang van 2021 geen S&O meer aangevraagd, en dientengevolge wordt met ingang van dat jaar niet meer voldaan aan de eisen voor toepassing van de innovatiebox.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om afspraken over toepassing van de uitgroei en van de nexus breuk naar aanleiding van de verandering in de R&D-functionaliteit.

#16

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2019 tot en met 2025. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2020.

Feiten: De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. Y is een dienstverlenende onderneming met [11 – 25] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 1 miljoen - € 5 miljoen].

X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%). De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.

Y is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Y heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies Corporate Excellence, (strategische) Marketing & Sales, Professional Service & Support en Research & Development. In dat kader beschikt Y over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2019 tot en met 2022 gemiddeld [< 5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft Y over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 0,5 miljoen - € 1 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [> 15%] van de omzet.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

#16

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2021 tot en met 2025. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2020.

Feiten: De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. Y is een dienstverlenende onderneming met [1 – 10] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 1 miljoen - € 5 miljoen]. Met ingang van 2022 wordt Y ontvoegd uit de fiscale eenheid. Dit resulteert overigens niet in relevante wijzigingen in het feitencomplex met betrekking tot toepassing van de innovatiebox.

X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%). De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.

Y is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Y heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies Corporate Excellence, (strategische) Marketing & Sales, Professional Service & Support en Research & Development. In dat kader beschikt Y over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2019 tot en met 2021 gemiddeld [< 5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [1 – 5] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft Y over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [< € 0,5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [> 15%] van de omzet. Y is voor haar specifieke marktgebied een van de marktleiders.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen en wil je deze in het vervolg zelf direct ontvangen? Of wil je ook de nieuwsbrief met nieuwe kennisgroepstandpunten ontvangen? Abonneer via onderstaande knop!

Abonneer!
Uitschrijven   |   Beheer je abonnement


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.