View online
RULINGS&POLICY
Ontsluit rulings & kennisgroepstandpunten
Deze week zijn er 13 nieuwe samenvattingen van rulings gepubliceerd. Het betreft 10 advance tax rulings, 0 advance pricing agreements, 2 innovatiebox rulings, en 1 overige ruling.
Advance Tax Ruling

#1

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een buitenlands samenwerkings­ verband naar Nederlandse fiscale maatstaven en de toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een coöperatie met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X houdt aandelen in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X en Y behoren tot een internationaal opererend concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie (EU), dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en Y. De activiteiten worden uitgeoefend door [1­10] werknemers in Nederland.

X en Y zijn civielrechtelijk houders van bewijzen van deelgerechtigdheid in Z, een buitenlands fonds vergelijkbaar met een fonds voor gemene rekening (FGR) naar Nederlands recht.
Z is tot stand gekomen naar het recht van een lidstaat van de EU, waarmee Nederland een belastingverdrag heeft (verdragsland A). Z heeft geen rechtspersoonlijkheid, maar is een samenwerkingsverband tussen een bewaarder en een beheerder. Z wordt beheerd door W, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in verdragsland A.

W heeft eveneens het juridisch eigendom van de bezittingen.

In de fondsovereenkomst is opgenomen dat het slechts mogelijk is om bewijzen van deelgerechtigdheid over te dragen aan een andere investeerder of aan een derde, mits die een professionele investeerder is, of onder bepaalde voorwaarden aan een niet­professionele investeerder. W moet voorafgaand aan de overdracht schriftelijke toestemming daartoe verlenen. W participeert niet in Z.

Open de ruling.

#2

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten: X is een coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een Nederlands concern met een hoofdkantoor in Nederland, dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen. De activiteiten worden uitgeoefend door [11 - 25] werknemers in Nederland.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X, heeft professionele kennis en ervaring,
is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking.

X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. Daarnaast is een lidmaatschapsrecht in X slechts overdraagbaar na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister.

Open de ruling.

#3

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over toepassing van de hybridemismatchmaatregelen voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern in de industriële sector. X zal gedurende 2023 haar bedrijfseconomische operationele activiteiten uitbreiden, zodat voor het einde van het jaar de activiteiten worden uitgeoefend door [26 - 75] werknemers in Nederland.

Y, de directe aandeelhouder van X, is opgericht naar het recht van en gevestigd in een staat buiten de Europese Unie (hierna: staat B). Y heeft verschillende aandeelhouders die allen gevestigd zijn in of inwoner zijn van staat B. Zij houden gezamenlijk 100% van de aandelen in Y. Y wordt voor Nederlandse fiscale doeleinden als niet-transparant lichaam aangemerkt en voor fiscale doeleinden door staat B als transparant aangemerkt. X wordt voor Nederlandse fiscale doeleinden en voor fiscale doeleinden van staat B als niet-transparant aangemerkt.

Op grond van toekomstige serviceovereenkomsten zullen betalingen en vergoedingen plaatsvinden van X aan Y.

Open de ruling.

#4

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de dienstverlenende sector.

De aandelen in X zijn in handen van één aandeelhouder, Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

#5

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een buitenlands samenwerkings­ verband naar Nederlandse fiscale maatstaven en de toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een coöperatie met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X houdt aandelen in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X en Y behoren tot een internationaal opererend concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie (EU), dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en Y. De activiteiten worden uitgeoefend door [1­10] werknemers in Nederland.

X en Y zijn civielrechtelijk houders van bewijzen van deelgerechtigdheid in Z, een buitenlands fonds vergelijkbaar met een fonds voor gemene rekening (FGR) naar Nederlands recht. Z
is tot stand gekomen naar het recht van een lidstaat van de EU, waarmee Nederland een belastingverdrag heeft (verdragsland A). Z heeft geen rechtspersoonlijkheid, maar is een samenwerkingsverband tussen een bewaarder en een beheerder. Z wordt beheerd door W, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in verdragsland A. W heeft eveneens het juridisch eigendom van de bezittingen.

In de fondsovereenkomst is opgenomen dat het slechts mogelijk is om bewijzen van deelgerechtigdheid over te dragen aan een andere investeerder of aan een derde, mits die een professionele investeerder is, of onder bepaalde voorwaarden aan een niet­professionele investeerder. W moet voorafgaand aan de overdracht schriftelijke toestemming daartoe verlenen. W participeert niet in Z.

Open de ruling.

#6

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid over de deelnemingsvrijstelling. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een buitenlandse rechtsvorm, opgericht naar het recht van en gevestigd in een lidstaat

van de Europese Unie (EU). X behoort tot een internationaal opererend concern in de dienstverlenende sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door (de vaste inrichting van) X en aan haar gerelateerde Nederlandse vennootschappen. De activiteiten worden uitgeoefend door [11 – 25] werknemers in Nederland.

X wordt voor de toepassing van de Nederlandse belastingwet aangemerkt als niet-transparant. X heeft een vaste inrichting in Nederland waaraan de aandelen in vennootschappen - gevestigd in een lidstaat van de EU (deelnemingen A1 en A2) en in Nederland - worden toegerekend. Deze toerekening is beoordeeld en bevestigd in een separate vaststellingsovereenkomst.

De vaste inrichting van X fungeert als platform waar arbeid en kapitaal samen komen en is actief betrokken bij het aansturen van haar (in)directe deelnemingen. De deelnemingen A1 en A2 houden – via een aantal tussenliggende houdstervennootschappen – meerdere operationele vennootschappen.

Open de ruling.

#7

Aanleiding: Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een buitenlands samenwerkings­ verband naar Nederlandse fiscale maatstaven en de toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten: X is een coöperatie met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X houdt aandelen in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X en Y behoren tot een internationaal opererend concern met een hoofdkantoor in een land buiten de Europese Unie (EU), dat actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en Y. De activiteiten worden uitgeoefend door [1­10] werknemers in Nederland.

X en Y zijn civielrechtelijk houders van bewijzen van deelgerechtigdheid in Z, een buitenlands fonds vergelijkbaar met een fonds voor gemene rekening (FGR) naar Nederlands recht. Z
is tot stand gekomen naar het recht van een lidstaat van de EU, waarmee Nederland een belastingverdrag heeft (verdragsland A). Z heeft geen rechtspersoonlijkheid, maar is een samenwerkingsverband tussen een bewaarder en een beheerder. Z wordt beheerd door W, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in verdragsland A. W heeft eveneens het juridisch eigendom van de bezittingen.

In de fondsovereenkomst is opgenomen dat het slechts mogelijk is om bewijzen van deelgerechtigdheid over te dragen aan een andere investeerder of aan een derde, mits die een professionele investeerder is, of onder bepaalde voorwaarden aan een niet­professionele investeerder. W moet voorafgaand aan de overdracht schriftelijke toestemming daartoe verlenen. W participeert niet in Z.

Open de ruling.

#8

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de kwalificatie van een commanditaire vennootschap en de buitenlandse belastingplicht. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027 (aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022).

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot en een naar Nederlands recht opgerichte en in Nederland gevestigde vennootschap. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. De activiteiten worden uitgeoefend door [11-25] werknemers in Nederland. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. De groep is actief in de dienstverlenende sector.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. De investeringen in de portfoliovennootschappen houdt X via een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

Open de ruling.

#9

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de kwalificatie van een commanditaire vennootschap en de buitenlandse belastingplicht. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027 (aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022).

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot en een naar Nederlands recht opgerichte en in Nederland gevestigde vennootschap. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. De activiteiten worden uitgeoefend door [11-25] werknemers in Nederland. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. De groep is actief in de dienstverlenende sector.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en zal in dat kader verantwoordelijk zijn voor strategische beslissingen. De investeringen in de portfolio- vennootschappen houdt X via een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

Open de ruling.

#10

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de kwalificatie van een commanditaire vennootschap, de kwalificatie van een buitenlands samenwerkingsverband naar Nederlandse fiscale maatstaven en de buitenlandse belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met het boekjaar 2021.

Feiten: X is een commanditaire vennootschap opgericht naar het recht van Nederland. X fungeert

als een platform waar arbeid en kapitaal samen komen. De arbeid wordt geleverd door Y, de beherend vennoot opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en Nederlandse groepsvennootschappen. De activiteiten worden uitgeoefend door [11 - 25] werknemers in Nederland. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en (internationale) ervaring in deze sector. X heeft eigen kantoorruimte
ter beschikking. De groep is actief in de dienstverlenende sector.

Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel
is verantwoordelijk voor de selectie en aansturing van de investeringen en is in dat kader verantwoordelijk voor strategische beslissingen. X houdt rechtstreeks aandelen in de portfoliovennootschappen gevestigd in Nederland en in een lidstaat van de Europese Unie (EU).

De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten in X is onderworpen aan de unanieme toestemming van alle vennoten, zowel commanditaire als beherende vennoten.

Z is een buitenlandse commanditaire vennoot van X. Z is een buitenlands samenwerkings- verband, opgericht naar het recht van en gevestigd in een lidstaat (lidstaat B) van de EU. Z kan worden vergeleken met een commanditaire vennootschap naar Nederlands recht. De toetreding, vervanging en wijziging van de onderlinge gerechtigheid van de commanditaire vennoten
in Z is mogelijk zonder dat unanieme toestemming nodig is van alle participanten. Z is voor fiscale doeleinden van lidstaat B transparant. De beherend vennoot van Z is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in lidstaat B.

Open de ruling.

Innovatiebox rulings

#11

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2022 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2021.

Feiten: X is een industriële en dienstverlenende onderneming met [26 -75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 6 miljoen - € 15 miljoen]. Deze omzet wordt deels behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. Een gedeelte van de omzet wordt behaald met activiteiten waarbij de zelf ontwikkelde technologie geen rol speelt.

De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochter- maatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De fiscale eenheid X heeft transacties met buitenlandse groeps- vennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen.

X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot productie) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence, Productontwikkeling (zonder S&O) en Research & Development (met S&O). In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor
S&O- verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2021 gemiddeld [5.000 – 10.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [11 - 20] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [< € 0,5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [< 5%] van de omzet.

De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere aangevraagde en verleende patenten. De patenten zien in hoofdzaak op producttechnologie. Het succes laat zich ook afmeten aan het feit dat X gedurende de afgelopen jaren sterk is gegroeid.

In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om ongewijzigde toepassing van de afpelmethode, aangezien feiten en omstandigheden niet wezenlijk zijn gewijzigd ten opzichte van de voorafgaande vaststellingsovereenkomst.

Open de ruling.

#12

Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2021 tot en met 2025.

Feiten: X is een industriële onderneming met [76 – 150] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 16 miljoen - € 50 miljoen]. X heeft dochtermaatschappijen in het buitenland. In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.

Het verzoek is ingetrokken.

Open de ruling.

Overige rulings

#13

Aanleiding: Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de fiscale gevolgen van enkele voorgenomen grensoverschrijdende transacties.

Feiten: X is een vennootschap opgericht naar Nederlands recht en is feitelijk gevestigd in Nederland. X is de tophoudster van een internationaal concern actief in de industriële sector. Het concern oefent operationele activiteiten in Nederland uit en beschikt in Nederland over personeel en kantoorruimte.

X is voornemens samen te gaan met een externe partij. In verband met deze voorgenomen transactie heeft X de vennootschap Y opgericht naar buitenlands recht en aldaar gevestigd.

Y wordt na het samengaan de tophoudster van de groep. In dit kader zal Y in ruil voor één X aandeel één Y aandeel uitgeven. Deze overdracht blijft voorwaardelijk van de uitgifte van Y aandelen aan de aandeelhouders van X. Er zullen geen betalingen in contanten aan houders van X aandelen plaatsvinden in het kader van de betreffende aandelenruil.

Ook vindt in het kader van het samengaan van X en Y mogelijk een uitkering van Y aandelen plaats door Z, een in Nederland gevestigde groepsvennootschap. Daarnaast zal Z mogelijk kortstondig een vermogensrecht houden op Y.

Open de ruling.

Uitschrijven   |   Beheer je abonnement


Copyright © 2023 Maurits Vedder. Alle rechten voorbehouden. Dit bericht bevat geen belastingadvies. Voor zover er standpunten worden ingenomen in berichten zijn dat de persoonlijke standpunten van de schrijver. Hetzelfde geldt voor spel- en stijlfouten, en stomme grappen.