RULINGS&POLICY
Ontsluit Nederlandse tax rulings

View this email online

Deze week zijn er 7 nieuwe samenvattingen van rulings gepubliceerd. Daarvan zijn er 0 advance tax rulings, 2 advance pricing agreements, 4 innovation box rulings, en 1 overige ruling.

Deze week wat mij betreft geen interessante samenvattingen gepubliceerd. Het zal eraan liggen dat het voorjaarsvakantie is. 

Advance Pricing Agreements
1. Aanleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2021 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2020.
  Feiten: X is het in Nederland gevestigde hoofdkantoor van de Z-Groep. De Z-Groep is een internationaal opererende groep in de industriële sector. De Z-Groep produceert en verkoopt bepaalde producten en verleent gerelateerde diensten aan klanten wereldwijd. X is binnen de Z- Groep onder meer verantwoordelijk voor het strategisch management, sales en accountmanagement, onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten, het onderhoud van IT-systemen, financieel beheer, personeelsbeheer, inkoop, planning en project- en kostenbeheer. Onderdeel van de Z-Groep zijn de in diverse landen, zowel binnen als buiten de Europese Unie (EU), gevestigde groepsmaatschappijen die verantwoordelijk zijn voor de distributie en verkoop van bepaalde producten alsmede gerelateerde dienstverlening. De productie vindt plaats door Y, een in Nederland gevestigde groepsmaatschappij, en twee buiten de EU gevestigde groepsmaatschappijen.
Het verzoek is ingetrokken.
  Open de ruling.
   
2. Aandleiding: X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over verrekenprijzen voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.
  Feiten: De Y-groep, waarvan het hoofdkantoor Y is gevestigd in Nederland, houdt zich onder andere bezig met de productie en distributie van industriële producten. Y heeft een aantal dochterondernemingen, waaronder X en Z. X (gevestigd in Nederland) en Z (gevestigd buiten Nederland en in de Europese Unie) produceren beide een ander type product. X en Z opereren onafhankelijk van elkaar, hebben beide een zelfstandige organisatie, historisch gezien eigen klantrelaties opgebouwd en verkopen voornamelijk hun eigen producten aan deze relaties.
Beide zijn als entrepreneur aan te merken. X en Z verkopen ook elkaars producten aan hun eigen ongelieerde afnemers. Dit leidt tussen X en Z tot de aan- en verkoop van elkaars producten bedoeld voor wederverkoop aan ongelieerde afnemers. De interne verrekenprijs die voor de verkoop van elkaars producten gehanteerd wordt is de verkoopprijs minus een bruto marge die partijen in staat stelt een zakelijke netto operationele winstmarge te behalen.
  Open de ruling.
   
Innovatiebox
3. Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2021 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2018. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2020.
  Feiten: X is een dienstverlenende onderneming met [26 – 75] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 1 miljoen - € 5 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met eigen producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.
De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.
X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies Marketing & Sales, Corporate Excellence, Productie & Consultancy en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2021 gemiddeld [<5.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [< € 0,5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [5% - 10%] van de omzet.
In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.
  Open de ruling.
   
4.  Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2017 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2018, die per 1 januari 2017 is vervallen als gevolg van een wetswijziging. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2020.
  Feiten: X is een industriële onderneming met [151 – 300] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 51 miljoen - € 150 miljoen]. Deze omzet wordt deels behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. X behaalt omzet met transacties met een entiteit in een laagbelastende jurisdictie, maar dat is minder dan 30% van de omzet waar het verzoek om vooroverleg op ziet. De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochter- maatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern.
De fiscale eenheid X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X wereldwijd verkopen. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.
X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot productie, inkoop en kwaliteitscontrole) heeft X ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D- afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2019 gemiddeld [5.000 – 10.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 0,5 miljoen - € 1 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [<5 %] van de omzet.
De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere aangevraagde en verleende patenten waarbij ongeveer eens per twee jaar een nieuw patent wordt verleend. Er zijn thans ook enkele patenten in aanvraag. De patenten zien in hoofdzaak op producttechnologie.
X is voor één van haar producten wereldmarktleider. Het succes laat zich ook afmeten aan een structureel hoge winstgevendheid van de onderneming.
In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.
  Open de ruling.
   
5. Aanleiding: X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2020 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2019. De aangiften vennootschapsbelasting zijn inmiddels ingediend tot en met 2020.
  Feiten: X is een handelsonderneming met [11-25] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 1 miljoen - € 5 miljoen]. Deze omzet wordt behaald met een door X ontwikkeld softwareplatform, waarbij producten van derden worden ingekocht en verkocht.
X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. X heeft transacties met een binnenlandse en twee buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in-)directe verbondenheid groter dan 25%) die met behulp van het platform van X producten in hun thuismarkten verkopen. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door buitenlandse houdster- maatschappijen.
X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Backoffice, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2021 gemiddeld [5.000 – 10.000] toegekende en gerealiseerde S&O-uren per jaar. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [11 – 20] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 1 miljoen - € 5 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden. De daarmee gemoeide kosten bedragen gemiddeld [>15%] van de omzet. De Marketingfunctie is in de jaren na 2020 in belang toegenomen.
Het succes laat zich ook afmeten aan een structureel hoge winstgevendheid van de onderneming en het feit dat X gedurende de afgelopen jaren sterk is gegroeid.
In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.
  Open de ruling. 
   
6. Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2022 tot en met 2026, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2021.
  Feiten: X is een industriële onderneming met [> 1.000] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ > 1.000 miljoen]. Deze omzet wordt behaald door business units die ieder beschikken over eigen gepatenteerde producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X. X behaalt omzet met transacties met een entiteit in een laagbelastende jurisdictie, maar dat is minder dan 30% van de omzet waar het verzoek om vooroverleg op ziet. De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochter­ maatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden.
De fiscale eenheid X heeft transacties met buitenlandse groepsvennootschappen (met een (in­)directe verbondenheid groter dan 25%) die onder andere de producten van X produceren en wereldwijd verkopen. Daarnaast heeft X R&D­werkzaamheden uitbesteed aan gelieerde vennootschappen.
X is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. X heeft een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt X over R&D­faciliteiten en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O­verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2021 gemiddeld [> 50.000] toegekende en gerealiseerde S&O­uren per jaar. Bij de S&O­activiteiten zijn over die periode gemiddeld [> 50] R&D­medewerkers betrokken. Daarnaast heeft X over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [> € 10 miljoen] uitgegeven aan R&D­werkzaamheden.
De succesvol afgeronde S&O­projecten hebben geleid tot meerdere aangevraagde en verleende patenten. Er zijn thans ook patenten in aanvraag. De patenten zien in hoofdzaak op product­ technologie en incidenteel op procestechnologie.
X is voor haar specifieke marktgebied een van de marktleiders. Het succes laat zich ook afmeten aan een structureel hoge winstgevendheid van de onderneming.
In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.
  Open de ruling.
   
Overige rulings
7. Aanleiding: Er is door X een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Men wenst zekerheid voor het boekjaar 2020.
  Feiten: X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern dat actief is in de industriële sector. Het concern verricht operationele activiteiten in Nederland en beschikt over voldoende gekwalificeerd personeel.
X houdt een groot aantal deelnemingen gevestigd in en buiten Nederland.
X heeft in jaren voor 2020 gelden geleend van Z, een vennootschap gevestigd buiten Nederland die tot hetzelfde concern behoort. Overeenkomsten van geldlening zijn opgesteld (leningen). Z heeft deze gelden op haar beurt geleend van een derde. X heeft de leningen aangewend voor het financieren van een externe acquisitie. Z lost een deel van haar leningen aan derden af, waardoor X in 2020 gedeeltelijk van Z leent zonder parallelliteit met een externe lening.
De aangifte vennootschapsbelasting 2020 is ingediend. 
  Open de ruling.
 
 
 
To change your subscription, click here.