#8
Aanleiding: De fiscale eenheid X heeft een verzoek om vooroverleg ingediend voor toepassing van de innovatiebox over de periode 2017 tot en met 2021, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2016. De aangiften vennootschapsbelasting zijn ingediend tot en met 2020.
Feiten: X is een industriële onderneming met [76 – 150] personeelsleden in Nederland, met een jaarlijkse omzet van [€ 26 miljoen - € 75 miljoen]. Deze omzet wordt (deels) behaald met eigen (gepatenteerde) producten waarin technologie is verwerkt die is ontwikkeld door X.
De fiscale eenheid X dient het verzoek in voor de activiteiten van de gevoegde dochtermaatschappij Y, waar de ontwikkelactiviteiten plaatsvinden. X maakt onderdeel uit van een internationaal concern. De aandelen in X worden voor meer dan 25% gehouden door een buitenlandse moedermaatschappij.
Y is eigenaar van de door haar voortgebrachte immateriële activa. Deze immateriële activa worden toegepast in een tweetal productgroepen van Y. Enkel het voordeel toerekenbaar aan deze productgroepen komt in aanmerking voor de innovatiebox. Naast het verrichten van routinematige activiteiten (met betrekking tot productie en distributie) heeft Y ook een entrepreneursrol met als bijbehorende functies (strategische) Marketing & Sales, Corporate Excellence en Research & Development. In dat kader beschikt Y over een R&D-afdeling en brengt jaarlijks immateriële activa voort waarvoor S&O-verklaringen worden verkregen met over de periode 2017 tot en met 2021 gemiddeld [< 5.000] toegekende en gerealiseerde S&O- uren per jaar. Bij één van de productgroepen was in de periode 2017 tot en met 2020 daarbij sprake van een aanzienlijke daling in het aantal S&O-uren, met een herstel in 2021. Voor de andere productgroep is na 2017 niet langer S&O aangevraagd. Bij de S&O-activiteiten zijn over die periode gemiddeld [5 – 10] R&D-medewerkers betrokken. Daarnaast heeft Y over diezelfde periode gemiddeld jaarlijks [€ 0,5 miljoen - € 1 miljoen] uitgegeven aan R&D-werkzaamheden.
De succesvol afgeronde S&O-projecten hebben geleid tot meerdere aangevraagde en verleende patenten waarbij regelmatig een nieuw patent wordt verleend. Er zijn daarnaast ook enkele patenten in aanvraag. De patenten zien hoofdzakelijk op producttechnologie.
Y ontwikkelt en biedt voor haar specifieke marktgebied innovatieve productgroepen aan. Het succes van Y laat zich ook afmeten aan een structureel hoge winstgevendheid van de onderneming en het feit dat Y gedurende de afgelopen jaren sterk is gegroeid.
In het verzoek om vooroverleg wordt verzocht om toepassing van de afpelmethode.
Open de ruling.
|