Deze week 5 nieuwe rulings. Ruling #2 betreft een verzoek om zekerheid ten aanzien van toepassing artikel 2, derde lid, in combinatie met artikel 2, twaalfde lid van de Wet op de Vennootschapsbelasting. Hierin is bepaald:
3. Als binnenlandse belastingplichtigen zijn mede aan de belasting onderworpen omgekeerde hybride lichamen.
12. Onder een omgekeerd hybride lichaam wordt verstaan een naar Nederlands recht aangegaan of in Nederland gevestigd samenwerkingsverband indien ten minste 50% van de stemrechten, kapitaalbelangen of winstrechten in dat samenwerkingsverband direct of indirect worden gehouden door een of meer aan dat samenwerkingsverband gelieerde lichamen als bedoeld in artikel 12ac, tweede lid, die zijn gevestigd in een staat die dat samenwerkingsverband als een belastingplichtige voor een naar de winst geheven belasting beschouwt en de winst van dat samenwerkingsverband voor Nederlandse belastingdoeleinden zonder toepassing van deze bepaling toerekenbaar is aan de houders van de stemrechten, kapitaalbelangen, onderscheidenlijk winstrechten, in dat samenwerkingsverband.
In dit geval was de vraag of sprake was van een samenwerkende groep:
"Gelet op de invulling van het begrip samenwerkende groep in de parlementaire behandeling, kan worden geconcludeerd dat de participanten in dit specifieke geval geen samenwerkende groep vormen."
In de feiten is onder meer aandacht besteed aan de onder andere het type investeerders, mogelijkheid tot toe- en uittreden, en de financiering van de investeringen.
In dit geval is geen sprake van een (belastingplichtige) omgekeerde hybride.
Dank voor het lezen! |